Samenvatting
Omstreeks 1500 schreef een Mechelaar een uitvoerige kroniek die het verhaal van zijn stad vertelt van de vroege middeleeuwen tot in het jaar 1477. Zijn vooral op Brabantse bronnen gebaseerde tekst werd in latere eeuwen herhaaldelijk gekopieerd. Dit boek volgt het spoor van deze handschriftelijke overlevering tot de kroniek gedeeltelijk werd gedrukt midden zeventiende eeuw. Uniek is dat het corpus enkele autografische handschriften bevat die inkijk bieden in de werkwijze van de latere bewerkers. Door de bewerkingen in hun historische context te bestuderen, waarbij ook de positie van de bewerkers onder de loep wordt genomen, wordt duidelijk op welke wijze de tekst werd aangepast aan de nieuwe tijd en hoe deze door opeenvolgende generaties werd gelezen en gebruikt. Dit diachrone onderzoek toont aan dat de vroegmoderne handschriftcultuur een sterk privaat karakter had en veel ruimte liet voor persoonlijke vrijheid.