Fragment
Tamas:
Waarom dit boek mannen?
Rien:
Weet je, in de afgelopen tientallen jaren heb ik mezelf als sportcoach verdiept in het effectief kunnen leveren van hoog-explosieve kracht op het moment dat het ertoe doet. En geen nood…iedereen onderschrijft het belang daarvan. Zeker. Maar als ik clubtrainers spreek, of als waarnemer bij ‘krachttrainingen’ aanwezig ben, dan zie ik veel eh…verschillende interpretaties…zal ik maar zeggen.
Ed:
Eigenlijk zie je er doorgaans twee. Relatief lichte keten-oefeningen voor flexibiliteit, stabiliteit en een sterk spiercorset, of zware, geïsoleerde oefeningen per spier (‘pompen’) voor het kweken van spiermassa. De vele goede werkboeken die er in ons taalgebied over kracht worden geschreven zijn dan ook vaak gericht op het een of het ander. Alles voor meer belastbaarheid op de baan of in het veld. En vaak ook gericht op ‘het versterken van het systeem, zodat er minder mis kan gaan’. Dat is dan de toepassing. Krachttraining als betere basis voor risico preventie. En dat is misschien ook wel hoe een welvarende 21ste-eeuwse samenleving als de onze de zaken benadert. Zorgen dat de zaak niet stuk gaat.
Tamas:
Dat klinkt wel verantwoord toch…?
Rien:
Zeker, maar voor een sporter is het ook erg voorzichtig en defensief. Een training die hoog-explosieve kracht moet gaan opleveren, zodat je een sterkere concurrent wordt, gaat niet zozeer over stabiel of fit (en eigenlijk ook niet over groot en vierkant), maar vooral over dwars-door-de-muur-heen-sterk. Het is dus gewoon wat anders.
×