Samenvatting
In getekende en geschilderde stillevens op papier, die Bert Frings gedurende de corona-lockdown thuis maakt, zijn op het eerste gezicht alledaagse objecten te zien die in een gemiddeld woonhuis te vinden zijn. Echter, bij nadere beschouwing blijken die goeddeels uit de jeugd van de kunstenaar te stammen. Van de frisdrankglazen en -flesjes (met logo’s uit de jaren tachtig en negentig) tot de videospelletjes, van het doosje aspirine tot de spelcomputer, van asbak tot wijnfles en kroonkurken met het logo van een biermerk; niets van dit alles is van vandaag de dag. In zijn stillevens combineert — of contrasteert — Frings deze objecten met blikjes, verpakkingen, plastic bekers en dergelijke die hij tijdens de lockdown op straat vindt. Door de afgebeelde niet-courante alledaagse dingen en de door de kunstenaar persoonlijk gevonden, opgeraapte en bewaarde spullen, zijn het intieme stillevens geworden.