Fragment
Pagina 173-174:
Cedell van des rentmeisters, Aelbertz ind Cranenfeltz verluijss.
Dit nae beschreven is alsulck verlijes als wij Gijsbert van Randwick, Aelbert van Bemmell ind Herman van Cranenvelt hadden tot Elst, doe wij aldair om der schattinge wijll on ons genedigen heren dienst gevangen worden van Pelsken mitten Egmondschen.
Gijsbert van Randwijck.
In den iersten twee guede rijsige peerde, ellick peert XXV Rijns gulden, voir sadel, toem ende halteren IIII gulden, valet t’ samen LIIII Rijns gulden.
Item voir een stelen pantsier ind kraigh X Rijns gulden, item een kroeff , twee stelen huede in II sweerde t’ samen VII gulden, valet simul XVII Rijns gulden.
Item aen gelde genomen XIII Rijns gulden off meer ende II alde schild van Derick uten Elsweert.
Item ic was XXIII weken gevangen, soe en is ’t niet geweest ic en heb overhoifft ’s dages verteert IIII vleems, valet simul XXIII Rijns gulden.
Item ick en most joncker Frederick VIII armborst geven, die stonde te koip voir XVI Rijns gulden ende kosten to Arnhem te brengen I gulden, valet simul XVII Rijns gulden.
Item betaelt aen den stat van Nijmegen dat die knecht verteert hedden die Roeloff Mommen vangen IX Rijns gulden.
Item mijn genedigen heer dede mij scrijven dusent malder haveren te copen, der ick een deel had doe copen, soe ick gevangen wert, wart dairaen verloeren meer dan VI Rijns gulden.
Item noch een roit peert mitten omrijden van der schattingen verderff, dat nae in mijns genedigen heren dienst doet bleeff, gerekent voir XX gulden.
Summa ICLVIIII gulden.
Aelbert van Bemmell.
Item een vaell peert dat mij duck over XL Rijns gulden mocht gelden, gerekent XXXVI Rijns gulden.
Item noch twee peerden die die vijande buijtten doe se se mij genomen hadden als ick verstaen heb, voir XLVII Rijns gulden.
Item twee pansier, een stelen dat ander ijseren, gerekent voir X Rijns gulden.
Item III ijseren hoede, II kreeff , gerekent IX gulden.
Item drije sadelen, toem ende halteren V Rijns gulden.
Item ick had in mijnen budel dat sij mij namen omtrijnt III Rijns gulden.
Item soe Herman van Kranenvelt ende ick te Baer uutbraicken, quamen wij to Doesborch ende en hadden hozen off schoen noch kleder, dair verbleven IX dagen want wij nijet gegaen en konden, ende oick kleder doin maicken, verteert mit Jan Huesselinck, de knecht die ons uutbrack, VIII Rijns gulden.
Pagina 300:
IJnghen.
Setmeisters op oeren eedt Jan van Meerten ind Derick Hack etc.
Wilms wijff van Meerten solvit IIII schilden.
Wilms kijnder van Meerten IIII schilden.
Deuken van Eck opten Poell solvit IIII schilden.
Jut van Hatthum solvit IIII schilden.
Wilm van Hatthum solvit IIII schilden.
Ot Wilmssoin solvit IIII schilden.
Vastrick Wilmssoin solvit IIII schilden.
Gerefais Heijmerixsoin solvit IIII schilden.
Roloff van Hatthum solvit IIII schilden.
Hille Derixsoin solvit IIII schilden.
Jan Jelissoin solvit IIII schilden.
Jan Arntzsoin Smit solvit II schilden.
Gerit Spronck to Wageningen II schilden, dedit I schilt.
#Eilborgh# Arnt van Boickolt II schilden.
Jan Vastrixsoin solvit III schilden.
Ot die Roije III schilden, dedit II schilden, ultimus iuravit.
Henrick van Merten solvit II schilden.
Ment van Omeren II schilden, solvit I, ultimus iuravit.
Jan Derixsoin solvit II schilden.
Bartolt van Hatthum solvit III schilden.
Goissen Gerefais solvit II schilden.
Roloff Maessoin solvit III schilden.
Jans Maessoin I schilt, dedit I schilt, ultimus iuravit.
Gelis Hacken wijff cum filiis solvit II schilden.
Vastrick Roloffssoin solvit II schilden.
Wilm Roloffssoins kint solvit II schilden.
Wilm Krouwels wijff cum pueris solvit II schilden.
Wilm van den Bullick solvit II schilden.
Joesten wijff cum pueris et cum bonis in Omeren solvit III schilden.
Summa lateris LXXIII schilden.
×