niet beschikbaar
niet beschikbaar
Informatie
Herroepingsrecht is uitgesloten voor eBooks. Een download van een eBook of luisterboek is niet meer te herroepen op het moment dat u, na aanschaf van het e-book, de download heeft gestart.
HOOFDSTUK 5
HET PLAN VAN AANPAK UITVOEREN EN EVENTUEEL BIJSTELLEN
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe in een concrete casus effectieve interventies worden toegepast op basis van een analyse van concrete problemen. Wij beperken ons hier tot enkele essentiële componenten. Het gaat er hier om duidelijk te maken hoe belangrijk het is om per casus te bekijken wat nodig is en wat haalbaar is zodat de cliënten met elkaar successen kunnen behalen. De begeleider moet bij elke casus nagaan welke therapeutische middelen het meest geschikt zijn. De methodiek van het gedragscontract, het trainen van sociale vaardigheden om bijvoorbeeld de agressie onder controle te krijgen en hulp om leerachterstanden in te halen zijn therapeutische strategieën die vrijwel altijd bij jongeren die tot de harde kern behoren toegepast zullen worden.
Van aanmelding tot inventarisatie van de problemen
Ibrahim is vijftien jaar oud en is het jongste kind van een Marokkaans gezin dat bestaat uit de moeder, een oudere broer van negentien, een dochter van zeventien en een van eenentwintig. De broer van Ibrahim is al zes maanden spoorloos verdwenen. Men vermoedt dat hij ergens in het Midden-Oosten in een trainingskamp zit. De oudste dochter zit in de gevangenis wegens medeplichtigheid aan een overval. Ibrahim is aangemeld wegens diefstal met geweld. Hij is al lang een bekende van de politie. Zijn zus Yasmin spijbelt al drie maanden aan een stuk. Zij is gek op haar nichtje voor wie ze vaak de zorg draagt.
De vader is vijf jaar geleden overleden. De moeder is onlangs opnieuw getrouwd in Marokko en is veel afwezig. Ze reist op en neer naar Marokko. Er zijn veel problemen in het gezin. De moeder heeft veel schulden die de vader heeft achtergelaten en waarvoor zij nu moet opdraaien. De moeder redt het niet in haar eentje en ze krijgt weinig hulp van haar kinderen. Zij spreekt slecht Nederlands, maar de gezinsbegeleider is van Marokkaanse afkomst. Na de fase van het observeren en concretiseren wordt de volgende inventarisatie van de problemen gemaakt:
- Ibrahim is agressief, zowel verbaal als fysiek. Hij heeft een grote mond en scheldt iedereen uit: zijn moeder, zijn twee zussen en andere volwassenen die hem aanspreken. In huis is veel kapot door zijn toedoen. Hij slaat zijn moeder en zus. Zijn kleine nichtje heeft hij al eens zo hard geslagen dat ze blauw aanliep.
- Ibrahim heeft heel veel gespijbeld. Door een hoogoplopend conflict met een leraar is hij definitief geschorst. Hij heeft nu geen enkele dagbesteding meer.
- Ibrahim kan geen autoriteit accepteren. Hij luistert naar niemand. Zijn moeder heeft absoluut geen gezag. Hij doet alleen wat hij zelf wil.
- hij is al meerdere keren aangehouden voor diefstal. Onlangs heeft hij met enkele kompanen een overval gepleegd op een benzinestation. Daarbij werd veel geweld gebruikt.
- de moeder geeft aan dat Ibrahim veel blowt.
- Yasmin spijbelt en zit meestal thuis. Zij zegt dat ze bang is om naar school te gaan. Ze wordt daar voortdurend lastig gevallen door een jongen van wie wordt gezegd dat hij een loverboy is.
De context van de problemen
In deze eerste fase van de behandeling besteedt de begeleider vooral aandacht aan het winnen van het vertrouwen van Ibrahim en van zijn moeder. Dit lukt aardig, zodat de begeleider zich steeds beter kan inleven in hun belevingswereld en de context leert kennen waarbinnen de problemen zich voordoen. Dit rapporteert de gezinsbegeleider als volgt:
Ibrahim gaat om met twee jongens die ook zijn aangemeld bij het project. Volgens zijn moeder hebben deze jongens een slechte invloed op Ibrahim. Ibrahim zelf zegt dat Karim, een van die twee jongens, niet goed bij zijn hoofd is en erg kinderachtig is. Op de vraag waarom hij dan toch met Karim omgaat, zegt hij dat de andere jongens op school zitten en daar kan hij niet mee naar buiten gaan. Ibrahim lacht om Karim omdat die al heel lang niet meer naar school gaat. Als de begeleider zegt dat hij ook niet meer naar school gaat, zegt hij dat hij pas een paar maanden niet meer gaat. Dat is gekomen door een leraar waar hij een ongelooflijke hekel aan heeft. Deze leraar heeft namelijk een keer zijn arm omgedraaid, enkel en alleen omdat Ibrahim een karretje van de trap had geduwd: ‘Ik was gewoon nieuwsgierig wat er dan zou gebeuren’. Ibrahim zegt dat als hij los was gekomen, dat hij dan die leraar total loss geslagen zou hebben.
Ibrahim wil wel terug naar school, maar dan alleen tot zijn achttiende. Op zijn achttiende wil hij heel veel geld hebben. Hij denkt aan dealen. Hij zegt dat geld belangrijk is en dat je met school niet veel kunt verdienen. Hij begint te praten over hoe slecht de huidige maatschappij is, want kijk eens hoeveel mensen moeten leven van een uitkering en hoe weinig mensen verdienen die lang hebben gestudeerd.
Na tientallen huisbezoeken komt de gezinsbegeleider tot de conclusie dat Ibrahim een slimme en gevoelige jongen is die zich het overlijden van zijn vader zeer heeft aangetrokken. Hij uit zich door voortdurend grenzen te verkennen en vraagt op een negatieve manier aandacht. Omdat zijn moeder, wegens de problemen waar zij zelf mee te maken heeft, niet in staat is positieve aandacht te geven of structuur te bieden wordt zijn gedrag steeds erger. De moeder is niet in staat corrigerend op te treden; in plaats daarvan escaleert het steeds vaker in het gezin. Zowel de moeder als Ibrahim gebruiken dan fysiek geweld. Doordat Ibrahim op dit moment geen dagbesteding heeft en op straat alleen verkeerde vrienden aantreft, wordt hij steeds verder meegetrokken richting criminaliteit. Het probleemgedrag van Ibrahim lijkt direct voort te komen uit het gebrek aan aandacht en toezicht van de moeder.
Wat Yasmin betreft is er eigenlijk geen sprake van echt probleemgedrag. Zij is gewoon liever thuis om te zorgen voor haar nichtje
Een comprehensieve behandeling
Het is duidelijk dat om resultaten in dit gezin te behalen, op veel terreinen terzelfder tijd gewerkt zal moeten worden. De opvoedingsvaardigheden van de moeder, het gedrag van Ibrahim, de school en zijn contacten buitenshuis zullen de belangrijkste aandachtspunten moeten zijn van de behandeling. Bij de doelgroep van onze methodiek zal die comprehensieve behandeling vrijwel altijd de volgende onderdelen bevatten:
- een gedragscontract
- een sociale vaardigheidstraining
- een activiteitenprogramma
We zullen ons hier beperken tot drie sleutelmomenten in de begeleiding van Ibrahim, waarbij we telkens zullen vertrekken van een concreet voorbeeld. Het gaat respectievelijk om een gedragscontract tussen moeder en zoon om de opvoeding thuis te verbeteren, een sociale vaardigheidstraining om het agressieve gedrag aan te pakken en de bijlessen die de begeleider heeft gegeven om Ibrahim te helpen zijn leerachterstand in te halen en successen te behalen op school. Wat hier niet wordt besproken zijn de inspanningen die de begeleider heeft geleverd om via het maatschappelijk werk en de gemeentelijke kredietbank tot een normalisering te komen van de financiële situatie van de moeder.
Een gedragscontract
De moeder vindt dat ze geen rust heeft in haar leven zolang Ibrahim in huis is. Ze wil dat hij aangepakt wordt. Ik zie gaten in de keukendeur. Als moeder ziet dat ik naar de deur kijk vertelt ze dat Ibrahim dat heeft gedaan. Hij gooit van alles en nog wat als hij boos is. Het liefst wil moeder dat haar zoon in de gevangenis terecht komt. Alleen op deze manier zou hij misschien bedaren. In Nederland is er te veel vrijheid, vertelt moeder. Onze kinderen maken misbruik van de geboden vrijheid in dit land.
Als ik vraag naar een recent voorbeeld van het moeilijke gedrag van haar zoon, zegt moeder dat Ibrahim afgelopen woensdag zijn nichtje van twee jaar geslagen had. Moeder hoorde het kindje keihard huilen en is toen wezen kijken. De lippen van het meisje waren blauw geworden en ze gilde keihard. Moeder zag Ibrahim weglopen naar de keuken. Zij is hem achterna gerend en heeft hem bij zijn nek gepakt. Ze had de neiging om hem te wurgen. Ze heeft gekrabd en geslagen. Ibrahim heeft zijn moeder terug geslagen. Hij gooide een bloempot naar zijn moeder. Hij heeft toen lopen gooien met stoelen, onder andere tegen de keukendeur. Vandaar die gaten. Moeder wil hem niet meer in huis hebben, maar ze vindt dat ze geen enkele macht hierin heeft.
Het probleemgedrag van Ibrahim is een interactieprobleem. De relatie met zijn moeder is ernstig verstoord. Over en weer is er sprake van agressie en verwerping. Ibrahim heeft de afgelopen jaren geleerd dat hij met agressie zijn zin kan krijgen of macht over anderen kan uitoefenen. Zijn spanningen ontlaadt hij door met dingen te gooien of dingen te vernielen. De moeder weet niet hoe hiermee om te gaan. Ze zou het liefst willen dat haar zoon het gezin verlaat.
Een effectief middel om deze mensen uit de vicieuze cirkel te halen is een gedragscontract. Met een gedragscontract worden afspraken gemaakt tussen de ouders en de jongere en als beide partijen zich aan de afspraken houden dan volgt een beloning (voor de ouders is de beloning de afname van de problemen). De beloning moet voor de jongere van dien aard zijn dat hij echt gemotiveerd is om zich aan de afspraken te houden.
Een vaak gehoorde kritiek op deze methode is dat goed gedrag toch niet beloond moet worden. Het gaat hier om een leerproces: we maken een tijdje gebruik van materiële beloningen totdat de jongere inziet dat met aangepast gedrag het gezinsklimaat sterk verbetert en het leven voor hem een stuk makkelijker wordt.
De beloning moet natuurlijk betaalbaar zijn. Twee tactieken kunnen we hier toepassen: gebruik maken van beloningen die niets kosten, zoals later thuis mogen komen of zelf mogen kiezen wat die dag gegeten zal worden; of de jongere belonen met dingen die hij toch zou krijgen, maar dat wordt uitgesteld totdat hij het heeft ‘verdiend’. Hij moet bijvoorbeeld binnenkort nieuwe gymschoenen hebben. Die zal hij krijgen als hij zich gedurende een maand aan de afspraken heeft gehouden.
Het allerbelangrijkste aspect van het gedragscontract is dat het in stand komt in overleg tussen de ouder en de jongere. De hulpverlener bemiddelt hierin. Desnoods worden vijf tot tien bijeenkomsten hieraan gewijd, totdat de gemaakte afspraken glashelder zijn en beide partijen het volledig eens zijn over de interpretatie ervan. Hieronder bespreken we de criteria waaraan afspraken moeten voldoen. Daarna passen wij dit toe bij het opmaken van een gedragscontract.
Criteria voor het maken van afspraken
Een essentieel onderdeel van elke interventie (dus niet alleen bij het gebruik van gedragscontracten) is het tot stand komen van goede afspraken. Uit de analyse en de verklaring van het probleemgedrag volgt wat er concreet veranderd moet worden. Dat moet nu geformuleerd worden in duidelijke afspraken tussen de ouders en de jongere, of in afspraken die de jongere met zichzelf maakt, en waar de begeleider een toezichthoudende en ondersteunende rol bij vervult.
De volgende criteria zijn opgesteld na jarenlange klinische ervaring:
1. de afspraak bevat concreet waarneembaar gedrag;
EINDE UITTREKSEL, BESTEL NU SNEL HET BOEK!