Fragment
Op bed bekijkt hij zijn lijf in het stille ochtendlicht. Mark houdt van zijn lijf en voelt hoe het ernaar snakt om opgegeten te worden. Hij streelt liefkozend zijn buik, wrijft over zijn tepels en laat zijn half slappe pik tussen zijn vingers bungelen. Hij weet dat hij een heerlijk lichaam heeft, dat hij te kort zou doen als de mysterieuze verlangens ervan niet bevredigd werden. Verklaren kan hij het niet. Waarom wil iets dat in volle bloei staat sterven? De kleine dood, zo werd het orgasme wel eens genoemd. Maar is de dood niet het grote orgasme? Is het echt de levensdrift die mensen zo graag doet klaarkomen? Of is het juist de doodsdrift, het verlangen naar verdwijnen dat mensen zo gek maakt op seks? Met zijn wijsvinger streelt hij het kuiltje van zijn navel. Hij stelt zich voor hoe zijn lichaam over een paar maanden opgegeten zal zijn, verteerd in magen en darmen en uitgepoept als mest waarop zonnige maïsvelden en veldbloemen gaan groeien en bloeien.
Daarom moet hij sterven in schoonheid, in bewustheid, in overgave, de dood omhelzen als zijn liefste vriend. Het enige echte offer dat hij kan aanbieden is hij zelf, zijn lichaam en zijn ziel. Geen offer om een schuld in te lossen of goden goedgezind te maken, maar een offer uit vreugde en dankbaarheid omdat hij zich één voelt met de wereld, de kosmos, met Het, en niets anders wil dan ermee versmelten. Mark kan zich daar geen voorstelling van maken, maar voelt dat zijn lijf en ziel zijn verlangen uitbundig toejuichen. Geofferd worden is altijd al een droom van hem geweest, en hij moet denken aan een mooie afbeelding waarin Isaak door Abraham op een brandstapel is gelegd en het mes op de keel van de jongen is gezet. Jammer dat God zich er weer mee bemoeide. Die weet ook nooit wat hij wil, en liet een engel het prachtige gebeuren afblazen. God zou dat allemaal in scène hebben gezet om Abrahams geloof op de proef te stellen. Ja, dag! Hij wilde die beeldschone jongen gewoon in zijn hemel hebben, net zoals Zeus er met Ganymedes vandoor ging naar de Olympus. Arme Isaak ...
Voor de spiegel staat Mark zichzelf te strelen en te omhelzen. Ja, hij is een mooie jongen en er is niets mis met zijn eigenliefde. Integendeel: mensen die zo nodig anderen nodig hebben om liefgehad te worden zijn eigenlijk een beetje zielig. De meeste relaties zijn niet veel meer dan projecties en andere ingewikkelde mechanismen om zichzelf te ontlopen. Narcissus, die had het begrepen en is wellicht juist daarom verfoeid in een wereld waarin de weg naar binnen taboe is, gecorrumpeerd is en bestreden wordt. Ook hij stierf, en heeft zijn schoonheid als bloemen over de aarde verstrooid. Mark legt zijn tag in zijn hand en streelt dit zegel van zijn prachtige lot. Daarvoor moet zijn lijf zo schoon en naakt mogelijk zijn. Hij scheert het van top tot teen – zal hij zijn hoofd ook kaal scheren? – en neemt een uitgebreide douche. Vandaag Anatomie.
×