Fragment
‘Eveline,’ antwoordde zij, ‘laat ik ook heel duidelijk naar jou toe zijn. Ik heb al vanaf mijn vierde de idee gehad dat ik een jongen was. Terwijl ik opgroeide, ontdekte ik dat ik geen jongen was en daarna heb ik geprobeerd mij aan te passen. Maatschappelijk gezien lukte dat aardig.
Lesbische vriendinnen gaven mij de indruk dat ik wel kon voldoen aan hun wensen. Maar ik bleef mij ongelukkig voelen. Toen ontmoette ik jou en direct wist ik dat jij de ware voor mij was en ik wilde dat ook graag voor jou zijn. Een intieme relatie, omdat wij twee vrouwen waren, kon je niet opbrengen en ik heb daar respect voor getoond. Ook jouw zorg voor Frieda waardeer ik.
Toch hebben wij beiden verdriet omdat wij niet samen kunnen zijn op de manier die wij verkiezen. Ik ben ervan overtuigd dat wij een tweelingziel zijn, maar ik kan dat niet bewijzen.
De geslachtsverandering heb ik in de eerste plaats voor mijzelf gekozen, omdat ik met de inhoud van mijn ziel ten opzichte van mijn lichaam in het reine wil komen. Ik wil uiterlijk echt zijn zoals ik mij diep van binnen werkelijk voel. Toch doe ik het ook voor jou, of liever gezegd voor ons samen. Ik wil namelijk jou als een man tegemoet treden en niet als een vrouw; dat is mijn diepste wens.
Och, och, wat had zij dat mooi verwoord en hoe waar was het. Dat wist ik diep van binnen.
×