€ 15,95

PRINT boek

niet beschikbaar

PDF ebook

niet beschikbaar

Child Abuse Risk Evaluation Versie 2

Richtlijn voor gestructureerde beoordeling van het risico van kindermishandeling

Corine de Ruiter en Martin Hildebrand • ebook • epub

  • Samenvatting
    Waarom zou een professional die een risicotaxatie van kindermishandeling wil uitvoeren voor de CAREV2 kiezen? Wij vinden dat hier goede redenen voor zijn. De professional die een risicotaxatie uitvoert, staat mogelijk voor ingrijpende beslissingen over de veiligheid van kinderen. Mensen zijn geneigd om in dit soort ‘high stakes’ situaties veelal automatisch op hun ‘onderbuikgevoel’ (intuïtief redeneren) af te gaan. Dit is gevaarlijk, omdat onmiddellijk allerlei vormen van vooringenomenheid (zogenaamde cognitieve bias) een rol gaan spelen. Denk aan de professional die belangrijke risicofactoren over het hoofd ziet of recente veranderingen in de context van het gezin vergeet mee te wegen. Met de Britse expert Eileen Munro (2019) zijn wij van mening dat professionals ondersteuning nodig hebben om analytische en kritische denkvaardigheden te ontwikkelen, zodat ze toegerust zijn voor dit complexe werk. De CARE-Versie 2 kan bij uitstek fungeren als een geheugensteun voor de professional, die zonder een gestructureerde richtlijn gemakkelijk ten prooi valt aan het vormen van een oordeel op basis van zijn/haar subjectieve indrukken over een casus.

    Een tweede reden om voor de CARE-V2 te kiezen als risicotaxatie-instrument voor kindermishandeling is de bijdrage die het gebruik ervan levert aan de transparantie van het oordeel over het risico. De CARE-V2 bevat richtlijnen voor het coderen van die risicofactoren die wetenschappelijk bewezen samenhangen met een verhoogd risico van (herhaling van) kindermishandeling. Door systematisch en gestructureerd te werk te gaan, wordt de risicotaxatie automatisch inzichtelijk voor de gebruiker zelf, maar ook voor andere professionals die de casus in een later stadium wellicht moeten overnemen. Gesprekken met de ouders/opvoeders over de verschillende risicofactoren krijgen meer structuur, omdat de professional weet welke risicofactoren belangrijk zijn. De uiteindelijke scoring doet de professional op basis van gesprekken met opvoeders, (het) betreffende kind/kinderen, belangrijke anderen in het leven van het gezin, en andere documentatie. Door op het CARE Codeerblad duidelijk aan te geven op basis van welke informatie de risicofactor wordt gescoord, en helder te motiveren waarom een risicofactor al dan niet aanwezig is, ontstaat optimale transparantie.

    Dit zorgt ervoor dat de professional duidelijk kan motiveren waarom bepaalde hulp of interventies noodzakelijk zijn. Een voordeel van de CARE-V2 is bovendien dat in het instrument een aantal veerkrachtverhogende factoren zijn opgenomen. Door deze ook mee te wegen bij de advisering over wat er nodig is in een specifieke situatie, ontstaat een volledig beeld, van risico- en mogelijke veerkrachtverhogende factoren.
  • Productinformatie
    Binding : Epub
    Auteur : Corine de Ruiter en Martin Hildebrand
    Bestandstype : epub
    Distributievorm : Ebook (digitaal)
    Aantal pagina's : Afhankelijk van e-reader
    Beveiliging : Digitaal watermerk (social DRM)   Informatie 
    Uitgeverij : Corine de Ruiter
    ISBN : 9789464438512
    Datum publicatie : 11-2022
  • Inhoudsopgave
    Voorwoord

    Hoofdstuk 1 Introductie
    DEFINITIE VAN KINDERMISHANDELING
    VORMEN VAN KINDERMISHANDELING
    PREVALENTIE VAN KINDERMISHANDELING
    REDENEN VOOR DE ONTWIKKELING VAN RICHTLIJNEN VOOR DE GESTRUCTUREERDE BEOORDELING VAN KINDERMISHANDELING
    VEERKRACHT EN BESCHERMENDE FACTOREN

    Hoofdstuk 2 Herziening van de CARE-NL naar de CARE-V2
    ACHTERGROND
    CARE-NL
    VAN CARE-NL NAAR CARE-V2: REDENEN VOOR EEN REVISIE
    LEIDENDE PRINCIPES
    Continuïteit van de methodiek
    Praktische bruikbaarheid
    Verbeteringen in helderheid
    Wettelijke en ethische acceptatie
    STAPPEN IN HET HERZIENINGSPROCES
    Literatuur review
    Veldconsultatie
    DE BELANGRIJKSTE VERSCHILLEN TUSSEN
    DE CARE-NL EN CAREV2
    A. Veranderingen in de namen van risicofactoren
    B. Veranderingen in de inhoud van risicofactoren
    C. Verwijdering van de risicofactor over het risico op seksueel misbruik
    D. Alle risicofactoren worden nu afzonderlijk gecodeerd voor de huidige situatie en
    voor het verleden
    E. Toevoeging van veerkrachtverhogende factoren
    F. Nadere uitwerking van het eindoordeel over het risico

    Hoofdstuk 3 Gebruik van de CARE-V2
    ALGEMENE WERKWIJZE
    EÉN INSTRUMENT VOOR ALLE VORMEN VAN KINDERMISHANDELING
    FOCUS OP DYNAMISCHE RISICOFACTOREN
    MEERDERE OPVOEDERS EN/OF KINDEREN BINNEN EEN GEZIN
    TOEPASSINGEN EN SETTINGS
    Kinderbescherming
    Gezag en omgang
    Meldcode kindermishandeling
    Forensische settings
    Kwaliteitsbewaking
    KWALIFICATIES VAN DE GEBRUIKER
    Opleiding van gebruikers
    BEOORDELINGSPROCEDURE
    Stap 1 – Casusinformatie verzamelen
    Stap 2 – Aanwezigheid van risicofactoren
    Stap 3 – Risicoformulering
    Stap 4 – Risicoscenario’s
    Stap 5 – Eindoordelen over het risico
    Stap 6 – Aanwezigheid van veerkrachtverhogende factoren
    Stap 7 – Risicohanteringsstrategieën/suggesties voor interventies

    Hoofdstuk 4 Risicofactoren en codeerinstructies
    OUDERFACTOREN (O)
    O1 – In het verleden gepleegde kindermishandeling door de ouder(s)/verzorger(s)
    O2 – De ouder(s)/verzorger(s) is/zijn zelf slachtoffer van kindermishandeling
    O3 – Psychische stoornis
    O4 – Gewelddadige/moorddadige en/of suïcidale gedachten/intenties
    O5 – Problemen met gebruik van middelen
    O6 – Persoonlijkheidsstoornis symptomen gekenmerkt door woede, impulsiviteit
    en/of instabiliteit (emotioneel/gedrag)
    O7 – Minimalisering of ontkenning van kindermishandeling, of het geven van
    inconsistente verklaringen
    O8 – Afwijzende of negatieve houding ten opzichte van interventies of behandeling
    OUDER-KIND FACTOREN (OK) …
    OK9 – Gebrek aan adequate opvoedingsvaardigheden en/of tekortschietende
    kennis en irrationele verwachtingen over de opvoeding
    OK10 – Negatieve houding ten opzichte van of vervormde opvattingen over het kind
    OK11 – Problematische ouder-kind interactie
    KINDFACTOR (K)
    K12 – Kwetsbaarheidverhogende kenmerken van het kind
    GEZINSFACTOREN (G)
    G13 – Gezinsstressoren
    G14 – Sociaaleconomische stressoren
    G15 – Gebrek aan sociale steun
    G16 – Partnergeweld
    G17 – Culturele tradities en/of opvattingen

    Hoofdstuk 5 Veerkrachtverhogende factoren en codeerinstructies
    KINDFACTOREN
    V1 – Zelfregulatie vaardigheden
    V2 – Positieve zelfwaardering
    NETWERKFACTOREN
    V3 – Steun van familie
    V4 – Steun van leeftijdsgenoten
    V5 – Steun van school

    Literatuur

    Bijlage A – CAREV2 Codeerblad

    Bijlage B – Voorbeeldcasus
  • Reviews (0 uit 0 reviews)
    Wil je meer weten over hoe reviews worden verzameld? Lees onze uitleg hier.

€ 15,95

PRINT boek

niet beschikbaar

PDF ebook

niet beschikbaar

direct, via download
Veilig betalen Logo
Delen 

Informatie
Herroepingsrecht is uitgesloten voor eBooks. Een download van een eBook of luisterboek is niet meer te herroepen op het moment dat u, na aanschaf van het e-book, de download heeft gestart.

Fragment

OUDERFACTOREN (O)

De eerste acht risicofactoren (O1 t/m O8) betreffen kenmerken van de ouders/opvoeders. Wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat ouderfactoren, zoals psychische stoornissen, problemen met middelengebruik of ontkenning/minimalisering van kindermishandeling, de sterkste voorspellers zijn van toekomstige kindermishandeling (bijv. Hindley et al., 2006; White et al., 2015). Een onderzoek naar mogelijke problemen bij de (vermoedelijke) mishandelende ouder(s)/opvoeder(s) is noodzakelijk bij een zorgvuldige risicotaxatie. [...]

O7 – Minimalisering of ontkenning van kindermishandeling, of het geven van inconsistente verklaringen
[...]

Uit de literatuur over huiselijk geweld blijkt dat minimalisering/bagatellisering of ontkenning van eerder gepleegd geweld gerelateerd is aan recidive doordat de ontkenning een negatieve invloed heeft op de motivatie van de pleger om mee te werken aan risicoverminderende interventies (Dutton, 1988; Sonkin, 1987; zie ook Henning et al., 2005). Uit een Zweeds onderzoek (Grann & Wedin, 2002) blijkt ook dat sterke minimalisering of ontkenning van huiselijk geweld samenhangt met recidive.

Ontkenning wordt ook in verband gebracht met een verhoogd risico van recidive bij plegers van incest (d.w.z. seksueel misbruik van kinderen binnen het gezin). Nunes en collega’s (2007) onderzochten de relatie tussen ontkenning, recidiverisico en seksuele recidive in drie steekproeven van zedendelinquenten. Uit hun onderzoek bleek dat incestplegers die hun delicten ontkenden, ongeveer een 3 keer zo hoog risico hadden om opnieuw incest te plegen dan daders die hun delicten toegaven (15% versus 5%). ×
SERVICE
Contact
 
Vragen