Samenvatting
Zwijgrecht en verschoningsrecht hebben gemeen dat bepaalde mensen niet hoeven te verklaren over een strafbaar feit tegenover politie of rechter. Nu zal duidelijk zijn dat dit de waarheidsvinding geweld aan doet. Daarom hebben alleen verdachten het recht hebben om te zwijgen en mogen alleen specifieke getuigen zich verschonen van de verplichting om antwoord op gestelde vragen te geven. Het gaat om twee verschillende rechten welke in aparte delen in één boek worden uitgewerkt. Dit laatste omdat het gevolg van uitoefening van deze rechten hetzelfde is: de waarheidsvinding wordt beperkt wegens een groter belang. Dit boek gaat over dat groter belang. Wie daarop een beroep kan doen, wat het omvat en wat de beperkingen zijn. Onder het zwijgrecht wordt ook uitgewerkt het pressieverbod en de cautieplicht omdat anders het zwijgrecht illusoir zou zijn. De gevolgen van dit recht in de opsporing wordt toegelicht alsook de gevolgen van vormverzuim. Onder de verschoning wordt uitgewerkt wie hierop een beroep kunnen doen, wat geheimhouderstukken zijn, wat de gevolgen van schending van dit recht zijn en hoe dit recht zich verhoudt tot opsporingsbevoegdheden.