Samenvatting
De historische familieroman Zwijgplicht is gebaseerd op waargebeurde feiten en op personen die in werkelijkheid hebben bestaan. De Vlaamse schrijfster Elisabeth Marain begon met 'De vluchtelingen' in 1994 een trilogie over de Grote Oorlog. In 1996 verscheen het tweede 'In ballingschap'. In het derde deel zou de zoektocht naar Hélène worden beschreven, maar tot publicatie is het nooit gekomen. Met haar toestemming heeft Theo Stokkink dertig jaar later de draad opgepakt, nu vanuit een Nederlands perspectief. In de aanloop naar de Eerste Wereldoorlog is Theo Borret privaatdocent aan de Universiteit van Amsterdam. Hij is zich van zijn homoseksuele geaardheid bewust en ook van het onmogelijke daarvan. Alleen in heimelijke nachtelijke omzwervingen langs allerhande lugubere ontmoetingsplekken in de stad, kan hij zich uitleven. Hij beseft dat voor de maatschappelijke positie die hij ambieert en de druk van zijn familie een schijnhuwelijk zal moeten sluiten. Als ultiem bewijs van het bestaan van een gezin zal er ook een kind moeten zijn. Theo werkt inmiddels als kandidaat op het kantoor van een notaris die zelf nauw betrokken raakt bij de opvang van uit België gevluchte kinderen. Op een vluchtelingenboot van Antwerpen naar Rotterdam raakt aan het begin van de oorlog een Vlaamse baby zoek. In de complete chaos die in de vluchtelingenopvang ontstaat weet de notaris in een opvangcentrum in Amsterdam de dan amper 3 weken oude 'vondeling' te reserveren voor adoptie voor zijn kandidaat-notaris. De identiteit van de baby is niet bekend. Het meisje groeit op met de naam Hélène. In 1922 overlijdt 'vader Theo' als Hélène acht jaar oud is. Ze krijgt in de loop van de jaren steeds meer twijfels over haar ouders. Vragen daarover stuiten op een zwijgplicht die de kandidaat-notaris zijn familie heeft opgelegd. Intussen is ook de Belgische familie is op zoek naar de verloren baby. Artikel 248bis van het Nederlandse Wetboek van Strafrecht wordt in 1911 als onderdeel van de Zedelijkheidswet ingevoerd en komt pas in 1971 te vervallen. Het luidde: De meerderjarige, die met een minderjarige van hetzelfde geslacht wiens minderjarigheid hij kent of redelijkerwijs moet vermoeden, ontucht pleegt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaar. De toenmalige grens voor meerderjarigheid van homoseksuelen was 21 jaar, terwijl de minimumleeftijd voor heteroseksuele contacten 16 jaar was. Tegen het discriminerende artikel werd alom geprotesteerd. In totaal zijn ongeveer 5000 homoseksuelen vervolgd op basis van dit artikel. Theo Stokkink (1941) was dertig jaar programma maker bij de Nederlandse publieke omroep. In die periode heeft een groot aantal radio - en tv programmaseries (zeer uiteenlopend van vorm, karakter en onderwerp), ontworpen en gepresenteerd. Daarna trainde hij ruim tien jaar lang programmamakers in een groot aantal Aziatische en Afrikaanse ontwikkelingslanden. Hij heeft elf non-fictie boeken (waarvan vijf gerelateerd aan programma-series), twee romans en een verhalenbundel op zijn naam staan, waaronder de roman 'Aanvechtingen' bij Uitgeverij In de Knipscheer.