Fragment
Vrijdag 7 januari 2022
Wat een achtbaan vandaag … Ik moet er even van bijkomen.
Ik begon mijn dag lachend op kamer dertig.
“Gisteren heeft jouw collega mijn trui niet teruggelegd!,” zei mijn patiënt.
“Wie?,” vroeg ik.
“Ik weet haar naam niet meer,” zei ze.
“Mijne wel toch?,” vroeg ik plagend.
“Zuster Tuttebel," schreeuwde haar kamergenoot, van achter het privacy
gordijn.
“Helemaal goed," zei ik lachend.
Ook bij mijn volgende patiënt moest ik hard lachen. Ik stond namelijk naast haar
om te checken of de ochtendzorg veilig verliep.
Ze keek haarzelf aan in de spiegel … Zuchtte … En zei: “Mijn borsten hangen
echt op mijn buik.”
Ik verwachtte deze reactie niet dus moest ik lachen.
“Ah joh! Gebeurd uiteindelijk bij iedereen," zei ik met een knipoog.
Het lachen was alleen snel voorbij toen ik haar steunkousen aan wilde doen.
“Je doet me pijn met je iele handen!," schreeuwde ze.
Ik schrok een beetje omdat ze erop stond dat ik een andere collega zou halen.
“Ja, ze wilt dat jij haar die flexibele steunkousen aandoet. Ik doe haar pijn
zegt ze," zei ik geïrriteerd tegen mijn collega.
Gek genoeg voelde ik me daar best beledigd onder.
Een collega motiveerde me tijdens de pauze om een appel te eten, maar het
voelde net als lunch coaching in het ziekenhuis.
“De tijd is bijna voorbij. Ik zou dooreten anders moeten we op jou wachten," zei
de collega.
Het voelde oprecht alsof ik terug in de tijd gegooid werd, en met Susan (mijn oud
verpleegkundige) aan tafel zat. Het klonk echt als een Susan zin, en ik raakte daar
een beetje door getriggerd. Alles in me wilde in verzet, en ik besloot de appel niet op te eten.
×