Samenvatting
Veertien eeuwen geleden was Ierland al een - zelfs in onze hedendaagse ogen - zeer moderne en geëmancipeerde samenleving. Zuster Fidelma van Cashel is nog maar net dertig, maar heeft toch al een hoge post in het Ierse rechtssysteem van de zevende eeuw. Ze heeft daarnaast een grote reputatie opgebouwd als speurder en wordt regelmatig gevraagd misdaden te onderzoeken, lastige kwesties op te lossen en conflicten te beslechten. Ze wordt daarbij geholpen door haar vaste metgezel en partner Eadulf, een Saksische monnik.
Nadat zuster Fidelma en haar trouwe kameraad Eadulf tijdens het Concilie van Autun de moord op een van de deelnemers hebben opgelost, komen ze in een Bretonse haven toevallig Fidelma’s neef tegen, die aan boord van een Iers schip terug wil varen naar Ierland. Ze besluiten samen te reizen, maar kort na hun vertrek wordt het schip voor de kust van Bretagne overvallen door piraten, die als enig kenmerk het teken van een duif in het zeil voeren. Hun buitengewoon wrede leider doodt meteen de kapitein en Fidelma’s neef, en wil ook alle geestelijken aan boord laten vermoorden. Door direct overboord te springen weten Fidelma en Eadulf hun leven te redden, maar eenmaal aan land staan ze voor de moeilijke taak om – berooid en in een onbekend land – te ontdekken wie deze duif des doods is…