Samenvatting
Vele jaren vocht Koos om een succesvolle volwassen man te zijn, maar nu hij bijna veertig is lijkt dat nog maar weinig nut te hebben. Hij woonde eerst in de stad en had ambitie, maar nu woont hij noodgedwongen bij zijn moeder in Den Oever. Hij gaat er vanuit dat zijn taalknobbel en vooruitziende blik een rode draad van zijn bestaan zijn geweest en besluit maar te zwijgen. Hij denkt smalend aan zelfdoding, maar hij vertrouwt de euthanasiewetgeving niet. Net zoals het wantrouwen in vele andere zaken. Niet zo vreemd ook; de wereld om hem heen staat in het teken van verschillende dreigingen, de nieuwe generatie communiceert in algoritmes, het voetvolk om hem heen lijkt krankzinnig te worden en ook aan zijn overgebleven vrienden; zijn oude dorpsgenoot Nan en de seksistische Zwitserse Rolf kan hij zich niet meer zo makkelijk meten. Het enige begrip dat hij nog lijkt te kunnen vinden is van NovaPrix, een programma dat hij van Rolf cadeau heeft gekregen.