Samenvatting
Jeanne van Emden, mijn moeders moeder, liet haar twee dochters onderduiken en verdween in de oorlog. Goed, ze ging als vurig internationalist en radicaal socialist in het verzet, hielp een Duits oorlogsschip op te blazen, werkte voor een illegale krant, werd verraden als spion in het Englandspiel, ze was joods en nog doof ook, dus haar overlevingskans was niet zo groot. Maar geen enkel archief bewijst dat ze echt dood is gegaan in de oorlog. Daarom zoekt mijn moeder al meer dan 70 jaar naar haar moeder. Ik heb beloofd om haar daar wat bij te helpen. Op tafel liggen drie mappen met papieren. Nu hoeven mijn moeder en ik al die informatie alleen nog maar te ordenen en op te schrijven wat er is gebeurd met Jeanne. Dat is belangrijk, want als je de geschiedenis niet vastlegt, kun je hem niet afsluiten. Maar hoe dan, in vredesnaam? Waar ontstaat de vaste verkering tussen feit en fantasie? En hoe kan ik verder schrijven nu de oorlog in mezelf ondergedoken blijkt te zitten en opeens op 'aan' is gegaan? Een ontdekkingstocht door oorlogsherinneringen, angsten, fantasieën en idealen van drie generaties opstandige moeders en dochters.