Samenvatting
In deze spannende, lijvige roman volgen we een van lang verlof terugkerende rechercheur en diens jongere vrouwelijke partner. Beiden zijn ze, om verschillende redenen, net overgeplaatst naar een nieuwe standplaats: Spanjersberg. Een rustig begin is hen niet gegund. De moord op een ouder echtpaar leidt het onderzoeksteam ook naar een onopgelost mysterie van tientallen jaren geleden. Langzaam maar zeker ontrafelt het team de puzzel en doet een bizarre ontdekking.
'So lonely, So lonely,' schalde over het donkere strand. De jongen met de lange blonde haren zong de longen uit zijn lijf. Steeds weer opnieuw hetzelfde refrein. Hij was in extase. Voor hem ruiste de branding. Vlak achter hem zaten een jongen en een meisje, innig naast elkaar, hun handen in het koude zand. Ze hadden zojuist in het vale licht van een zaklantaarn hun lot aan elkaar verbonden. Van de aanrollende zee waren alleen de witschuimende koppen te zien. ‘O dochters van Aegir,’ schreeuwde de jongen tussen het zingen door. ‘Heb genade met mij. Hebben jullie het gezien, of niet? Genade, genade, genade..'