Fragment
Ze arriveerden om vijf uur in de ochtend. Ondanks het vroege uur, was het al erg warm. Qarshi, niet ver van de grens met Afghanistan, was de stad die ze met hun werkgroepje hadden uitgekozen na een jaar van nadenken, vergaderen, bidden en zoeken. Ze hadden grote plannen. Hier waren zij dan, met zijn tweeën in de voorhoede, vol verwachting over hoe het leven in deze stad zou zijn. Zouden ze gemakkelijk vrienden onder de lokale bevolking krijgen? Zou God een groot werk gaan beginnen in deze stad? Zo ja, zouden zij het begin daarvan mogen zien? Anderzijds voelden ze zich ook gewoon totaal geradbraakt. De atmosfeer van de wagon zat nog in hun hoofd en ze hadden beroerd geslapen. Bovendien waren ze natuurlijk ook onzeker over de nabije toekomst. Waar zouden ze vannacht slapen? Ze hadden geen idee. Zouden ze snel een huis kunnen vinden? Hadden ze er goed aan gedaan het weliswaar niet overmatig comfortabele, maar toch redelijk stabiele leven in de hoofdstad Tasjkent achter zich te laten? Eric vroeg zich af waar hij in vredesnaam Tamar mee naartoe had genomen. Soms sloeg opeens heel even de twijfel toe. Nergens in de wereld hadden zij nu nog een huis.
×