Samenvatting
Driekwart eeuw reeds voert Hans Dorrestijn een strijd op leven en dood tegen zijn demonen. Zijn jeugd werd gedomineerd door een boze stiefvader. Zijn adolescentie stond in het teken van de lelijkheid. Tijdens zijn studiejaren regeerde koning alcohol:
Wie in het café naar binnen kijkt
Ziet door het raam gezelligheid
Vergis u niet, het is maar schijn
Neem dat maar aan van Dorrestijn.
Maar een Dorrestijn laat zich niet zomaar kisten. Als leraar overwon hij de wanorde. Uit zijn ongelukkige liefdes haalde hij de inspiratie voor zijn bitterzoete balladen en liedjes – die hij vervolgens zelf op het podium uitvoerde, zijn faalangst ten spijt. In de liefde bleef hij gedesillusioneerd achter, maar hij kreeg er veel voor terug. De vogels werden zijn nieuwe vrienden, de Wielewaal voorop. Sindsdien trekt Dorrestijn zingend en fluitend door de Lage Landen.
In dit boek bundelt Dorrestijn zijn beste stukken over zijn leven en zijn lijden. Zijn 75-jarige ervaring staat garant voor een boek vol wijsheid, zelfspot en mededogen.