Fragment
Voorwoord
‘Als je maar goed genoeg zoekt, is er werk genoeg.’ ‘Je moet wíllen werken.’ Alsof tijdens een financiële crisis de banen voor het oprapen liggen.
Misschien ligt het werk je niet of heb je klachten, waardoor je bepaalde banen niet aankunt.
‘Ach, ik heb ook rugklachten,’ hoor je ze zeggen. Moeilijk te verteren dat zij moeten werken.
De titel van dit boek is ontleend aan het zinnetje – toen ik nog werkte – dat ik zei tegen een klant als die geholpen wilde worden. Een bedrijfsleider was daar niet zo blij mee en vroeg me of ik voortaan wilde vragen: ‘Kan ik u ergens mee helpen misschien?’
Dit leerde ik wel af na die week. Ik kreeg niets dan gezeur van de mensen. Voortaan sprak ik mensen weer aan met: ‘Zeg het maar!’
Van de andere kant: Heb je een baan, dan word je nageroepen met spreuken zoals ’hé schatje’, ‘maestro’, ‘matje’, ‘Sjefke’… en dan maar netjes blijven naar de klanten toe: ‘Als u een ogenblik geduld hebt, help ik u zo.’
We geven vaak het personeel de schuld, maar klanten kunnen er ook wat van.
Of dat je vestigingsmanager je niet mag en je zo snel mogelijk het bedrijf uit wil hebben. Je wordt ontslagen onder valse voorwendselen.
Allemaal situaties die voorkomen bij bedrijven, winkels en organisaties waar gewerkt wordt. Je wilt graag werken, maar je wordt door je uitkeringsinstantie tegengewerkt met sollicitaties, werkgevers, collegae, filiaalmanagers en bedrijfsartsen.
Vandaar dat ik besloot een boek te schrijven over de belevenissen van werknemers en werkgevers, maar ook over hoe moeilijk het is om een baan te krijgen. Deze heb ik gebundeld. Daar gaat dit boek over.
De auteur
×