Samenvatting
Zeven Zeeuwse vrouwen vertellen in dit boek het verhaal van hun eigen leven.
Gewone vrouwen, die zich op het eerste gezicht in niets onderscheiden van andere vrouwen, maar tegelijkertijd ook bijzondere vrouwen, aan wie het leven niet ongemerkt voorbij is gegaan.
De dochter van de kolenboer, die in de oorlog als koerierster in het verzet zat en haar leven lang bleef wachten op haar grote liefde en de domper die ze beleefde toen hij eindelijk kwam.
De vrouw die op haar 33ste weduwe werd en daarna in haar eentje zeven kinderen en het kind van haar ongetrouwde dochter grootbracht en ook nog een geheim met zich meedroeg, dat ze in dit boek eindelijk vertelt.
De landarbeidster, die als kind om brood moest bedelen en jarenlang het zwaarste werk op het land deed, en die het een straf vond toen de dokter haar op haar 72ste verbood nog te werken.
De domineesdochter die op haar vijftiende zwanger werd en jarenlang doorging als de zus van haar eigen zoontje om daarna als een zingende zusterde wijk in te gaan en die op haar oude dag op trektocht ging naar alle hoeken van de wereld.
De vrouw die als meisje met een kruiwagen boodschappen langs de huizen van het dorp moest leuren omdat haar vader stierf en haar moeder het bed niet meer uit kon komen en die het dramatische bombardement van Westkapelle overleefde.
De vrouw die meteen na de bevrijding zich meldde bij de marine en als een van de eerste vrouwen naar Nederlands-Indië trok om daar gewonde soldaten te verzorgen en terug in Zeeland haar leven lang als vrijwilligster actief was.
De fabrieksarbeidster, die al vroeg opkwam tegen onrecht in de fabriek en in de kerk. Die idealistisch streed voor vrouwenemancipatie en voor vrede en haar leven lang op zoek bleef naar dat waar het echt om gaat in het leven.
Zeven Zeeuwse vrouwen die meeslepend vertellen en die samen een geheel eigen beeld schetsen van de Zeeuwse samenleving in de 20ste eeuw.