Samenvatting
Onder invloed van het Zeeuwse licht gingen kunstenaars anders schilderen. Ik ben anders gaan schrijven. Hier. In Zeeland. De zee werpt een ander licht op mijn taal. Woorden. Zinnen. Zuchten. De zee woont in mij. Ik sluit geen woorden uit. Ik omarm. Ik slettenbak. Aan zee. En daarbuiten. Grenzeloos. Geheel de uwe. Ik houd van zee. Overweldigend veel. En van land. De lucht. Hemels. Goed eten. Goed drinken. Elke dag. Naar buiten. Ik kies. Linksaf. Of rechtsaf. Binnendoor. Ik neem je mee. Op de bonnefooi. Handen en voeten. Kaplaarzen en parels. Ik vind. Veel. En meer. Et zeetera. Ik raap. Oesters. Mossels. En kokkels. Ik kraak. Slurp. Absorbeer. Alles. Ik schrijf. Een beetje. Ik knipoog. Flirt. En kus. De zee. Zeeslet. Totus Tuus!