Fragment
Jeffrey loopt langs een café waar kennelijk nog klandizie is. Hij zag een paar jonge mannen aan het biljart staan die, zo te zien, elke week een partij spelen. Jeffrey schenkt er geen aandacht aan en loopt rustig verder naar het einde van de straat. Hij blijft even staan tot een auto voorbij komt met daarin een man en een vrouw die even naar hem keken.. De auto remde af en kwam zachtjes terugrijden. Jeffrey bleef rustig staan totdat de auto bij hem was. Het raam werd geopend. De man die aan het stuur zat vroeg : 'Weet u waar de Lindelaan is?' Jeffrey keek naar de man en wilde net uitleggen waar deze straat lag, toen hij wat in zijn rug voelde. Een stem zei :'Niet omkijken Mijnheer Kusters, ik heb een pistool op u gericht en aarzel niet om het te gebruiken.' Rustig bleef Jeffrey staan en wachtte af wat er ging gebeuren. De vrouw stapte uit maar hij zag haar niet duidelijk. Ze had een lange jas en en iets in haar hand. Het pistool drukte in zijn rug en de vrouw ontblootte zijn arm waar ze vervolgens een spuit in stak. Hij wilde zich verweren, maar zijn benen leken van elastiek. De man met het pistool hield hem rechtop en zette hem in de auto . Hij werd vastgehouden zodat hij rechtop kon zitten. Hij kon helemaal niets meer en kreeg alleen een sterke lucht van knoflook binnen. De man keek hem aan en glimlachte. Hij zei in slecht Nederlands :'Oké Jeffrey, welkom. We maken je nu klaar voor verzending, sweet dreams en goede reis.' Jeffrey begreep er niets van maar kon zich vaag iets herinneren van iemand met wie hij in het verleden te maken had gehad, maar dat was onmogelijk, want die persoon was dood.
De wereld werd zwart om hem heen toen hij een kap over zijn hoofd kreeg. Het middel wat ze hem hadden ingespoten begon te werken. Hij kreeg nog net mee dat de auto zich in beweging zette en daarna werd alles zwart voor zijn ogen.
×