€ 19,95

ePUB ebook

niet beschikbaar

PDF ebook

  € 19,95

Zabiba en de koning

saddam hoessein • Boek • paperback

  • Samenvatting

    Eindelijk is dit boek geschreven door Saddam Hoessein te koop.

    2 jaar heeft het mij gekost om dit boek uit te geven in Nederland. Nederland een zogenaamd vrijland van

    meningsuiting is een van de laatste landen in de wereld waar dit boek word uitgebracht, door mijnzelf, geen

    uitgeverij nam het risico dit boek te publiceren.

    Een heel mooi romantisch verhaal tussen een koning en een slavin.

    De krant de Gelderlander was enthousiast over dit boek.

    Elke amerikaanse militair kreeg dit boek aangeboden om te lezen voor zij werden uitgezonden naar Irak.

     

  • Productinformatie
    Binding : Paperback
    Distributievorm : Boek (print, druk)
    Formaat : 145mm x 210mm
    Aantal pagina's : 195
    Uitgeverij : patrick nayrat
    ISBN : 9789081938709
    Datum publicatie : 05-2012
  • Inhoudsopgave
    niet beschikbaar
  • Reviews (0 uit 0 reviews)
    Wil je meer weten over hoe reviews worden verzameld? Lees onze uitleg hier.

€ 19,95

niet beschikbaar



3-4 werkdagen
Veilig betalen Logo
14 dagen bedenktermijn
Delen 

Fragment

 

.De eerste ontmoeting met de koning.

 

Ons dorp lag te soezen aan de Zab, op de oostelijke oever van de Tiger, ten noordoosten van de berg Maqhoul. De stad Charqat lag recht tegenover ons. Hier heel dichtbij liggen de ruïnes van Assour, een stad in het voormalige keizerrijk Assyrië uit het derde millennium voor Christus … In ons dorp leefde een vrouw, die door mijn ouders in huis genomen was en die door mij “grootmoeder” genoemd werd. Zij vond het leuk ons verhalen te vertellen.

Zij was wijs en snel van begrip, en zowel mannen als vrouwen kwamen haar vaak om raad vragen of lieten zich inspireren door haar wijsheid. Zij genas zelfs zieken.

 

Jongeren hielden veel van haar. Groot en klein luisterde aandachtig naar de spreuken, spreekwoorden en verhalen die zij met zorg uitkoos. Sommige verhalen had zij zelf bedacht, andere had zij ontleend aan de traditionele volkscultuur. Zij maakte ze een beetje mooier om indruk op ons te maken en om ons tot inzicht te brengen, afhankelijk van wat zij ons wilde bijbrengen. Net zoals andere grootmoeders die hun kleinkinderen opvoeden door middel van vertellingen en sprookjes, maakte ook zij gebruik van verhalen om ons te leren wat wij moesten doen en wat niet.

Zó waren onze grootmoeders en onze tantes…. Hun verhalen, hun sprookjes en hun spreekwoorden waren op dezelfde manier opgezet als de televisie-uitzendingen van tegenwoordig. Onze grootmoeders als waren als het ware onze huistelevisie. Hierbij moet nog worden opgemerkt dat ik van hun verhalen tien keer zo veel leer als van de televisie. Zij gingen te werk zoals allen dat doen, die jongeren eergevoel en ridderlijke tradities willen bijbrengen: zij maken gebruik van ongedwongen ontmoetingen, gesprekken in cafés of een alledaags weerzien.

Op een dag vertelde grootmoeder ons het volgende verhaal:

“Heel lang geleden, in een tijdperk dat voorafging aan de tijd waarin God, met zijn profeten als spreekbuis, de grens duidelijk maakte tussen goed en kwaad, leefde een machtige koning. Het verhaal speelde zich dus af in de tijd, dat de mensen nog niet ervoor gekozen hadden de leefregels van God in acht te nemen en zijn waarden, zijn wetgeving en zijn rituelen te aanvaarden op de krachtdadige en nauwkeurige wijze waarop zij dat later zouden doen.

In die tijd was deze beroemde heerser erin geslaagd iedereen zijn gezag op te leggen.

Sommigen onderwierpen zich aan hem uit respect, uit bewondering, uit vertrouwen of uit verlangen naar vrede, terwijl anderen dit uit vrees deden. Hij was de machtigste koning van zijn tijd, zijn macht reikte tot in alle uithoeken van de wereld. Koningen uit de verst afgelegen  delen van de oude wereld gebruikten zijn naam als zij er niet in slaagden gehoorzaamheid af te dwingen of het volk hun wil op te leggen.”

Mijn grootmoeder onderbrak haar verhaal en hervatte haar bezigheden, terwijl wij bleven zitten, verkleumd in die winternacht, rondom een vuur dat alleen hen verwarmde, die vooraan zaten. Ik heb niet altijd de betekenis van haar vreemde verhaal begrepen. Maar ik wist, dat deze vrouw erg wijs was vergeleken met andere mensen van haar generatie die in onze buurt leefden, en daar ging het om.

 

Grootmoeder pakte de draad van haar verhaal weer op:

“Eenzaamheid dreigde de koning te verstikken. Om zich daaraan te ontworstelen besloot hij de stad uit te gaan. Toen hij in de verte een paleis zag, gaf hij zijn gevolg opdracht daarheen te gaan. Sommigen van zijn begeleiders dartelden om hem heen, terwijl anderen gereed leken tot de aanval over te gaan. Na een half uur lopen waren zij dicht genoeg genaderd om vast te stellen, dat dit paleis op het paleis van de koning leek, maar dan een beetje kleiner. De koning vroeg wie de eigenaar was, en kreeg als antwoord dat het paleis het eigendom was van Ezechiel, een vooraanstaand koopman die met talrijke prinsen bevriend was, en dat er in het paleis soms grote recepties gehouden werden. Een van de voorgangers van de koning had het paleis, met alles wat erbij hoorde, aan deze koopman of aan zijn vader cadeau gedaan.”

 

Bij dit deel van het verhaal begon mijn grootmoeder grappen te maken:

“Is het normaal dat prinsen vrienden hebben die hoge posities bekleden, zoals invloedrijke kooplieden, grote leenheren, mannen van invloed, bouwers van godshuizen of zelfs machtige bemiddelaars, en dat deze vrienden het normaal vinden bij die prinsen te gaan eten? Gaan koningen niet edelmoediger om met de eigendommen van het volk dan met het volk zelf? Kinderen, zijn koningen niet alleen maar vrijgevig voor de rijken? Hebben jullie ooit iets van een koning gekregen?”

Een koning was dus gul geweest voor Ezechiël, de eigenaar van het grote paleis, terwijl er voor jullie niets veranderd is. Jullie zitten nog steeds met jullie grootmoeder in een krot, dat nauwelijks bescherming biedt tegen de winter, en waar het kleinste beetje regen gelijk naar binnen sijpelt. Zij zei dit lachend, soms zelfs schaterlachend. Zij lachte dan haar weinige, in de loop der jaren afgesleten tanden bloot en wij lachten met haar mee, als boosaardige handlangers.

 

Als zij de woorden koning, machtsuitoefening of fortuin uitsprak, hield zij deze een ogenblik vast in haar mond, tussen haar lippen, voordat zij de woorden in afzonderlijke lettergrepen naar buiten liet glijden, alsof zij naar compensatie zocht voor haar ellendig lot. Zij herinnerde zich dan hoe zij werd uitgehuwelijkt aan haar neef, tegen een bescheiden huwelijksgift van tien jonge schapen. Haar vader had deze achtergehouden; hij had er niet één voor haar overgelaten en hij had haar ook geen huwelijkskleed gegeven. Veertig jaar later, als het niet meer is, moest zij nog zuchten als zij daaraan dacht.

 

Wij vroegen haar niet te blijven stilstaan bij haar eigen levensverhaal, en weer verder te gaan met het verhaal van de koning, waarna zij de draad weer oppakte.

 

“De koning was verrast door wat hem werd verteld over Ezechièl en zijn paleis. Hij begaf zich naar een kleine woning dicht bij de ommuring van het landgoed. De eigenaar van het landgoed, die had gehoord dat de koning heel dicht in de buurt was maar hem niet kwam bezoeken, was op een paard geklommen om de koning te volgen. Toen de koning dat zag, gaf hij zijn bewakers opdracht hem niet dichterbij te laten komen. Bij het gammele huisje aangekomen zag hij een mooie jonge vrouw naar buiten komen. Zij had een frisheid die bij haar leeftijd hoorde en zij had de bijnaam Zabiba….. Naast haar stond een oudere man met een eerbiedwaardig uiterlijk. De koning dacht dat hij een familielid was..

Zabiba ontving haar vorst met veel égards. Zij sprak beschaafd en hoffelijk toen zij hem vroeg of hij niet van zijn paard wilde komen, zodat zij hem kon ontvangen volgens de regels van de gastvrijheid. De koning klom van zijn paard, en Zabiba nodigde hem uit haar huis binnen te gaan, waar zij hem een zetel aanbood, bedekt met palmbladeren. Hij ging zitten, keek om zich heen en werd verrast door de properheid van het vertrek, door de harmonie en de meubels, die getuigden van goede smaak.

Paleizen, met hun dikke muren, zijn gekunstelde bouwwerken, volgepropt met nutteloze zaken. Rijke mensen, die waarde hechten aan alles wat niet belangrijk is, hebben er waardering voor, in die mate dat zij hun ziel eraan verliezen en hun gevoel voor goede smaak.

Contact met de natuur ontwikkelt de goede smaak en het vermogen de juiste kleuren te kiezen, net zoals de buitenlucht nieuwe kracht geeft en een bron van gezondheid is voor de mens.

 

Zabiba antwoordde ongedwongen toen de koning informeerde naar haar levensomstandigheden en haar gezinssituatie. Hij bewonderde de manier waarop zij antwoord gaf en de vaardigheid waarmee zij zijn aandacht wist te boeien. Zij liet hem zien dat zij een scherp gevoel voor beleefdheidsfrases en hoffelijkheid had. De koning raakte in haar ban!

Hij voelde zich onweerstaanbaar aangetrokken tot de eenvoud van deze jonge vrouw, hij, die opgesloten geleefd had in zijn paleis, waar hij werd omgeven door zwaarwichtige, gekunstelde protocollen en waar alles van te voren werd geregeld. Voor hem was zij een vrouw die gevormd was door het leven, die met beide benen op de grond stond en een scherp verstand had. Zij was eerlijk en ongedwongen.

De koning ging vaak bij haar op bezoek en na verloop van tijd deed Zabiba dat ook bij hem. Met als gevolg dat de koning binnen korte tijd verliefd werd. Hij voelde voor haar een liefde die hij nog nooit gevoeld had voor een andere vrouw, echtgenote of concubine. Zodra zij een stap in zijn buurt zette, klopte zijn hart in zijn keel. Hij probeerde steeds met haar mee te gaan, wilde haar beschermen en haar overal volgen, begerig als hij was te weten waar zij heen ging. Hij had de fakkel wel willen zijn of de kaars die voor haar uit gedragen werd als zij het paleis verliet.

 

Maar de koning vertelde niet aan Zabiba dat hij van haar hield. Hij bedacht zelfs van alles om te verbergen hoeveel hij van haar was gaan houden. Alles leek anders sinds hij haar ontmoet had. Deze keer voelde hij, dat het niet om een heel gewone liefdesaffaire met een meisje uit het volk ging.

 

In het begin stond de koningin bijna helemaal onverschillig tegenover de relatie die Zabiba had met haar echtgenoot. De koningin was niet jaloers, want die man was haar echtgenoot. Maar weldra veranderde alles, hij voelde een bezitsdrang die steeds sterker werd. Hij werd jaloers op de lucht, op het water en zelfs op het eten dat zij in haar mond nam….”

“Ja”, zei de grootmoeder, “de koning kon jaloers zijn op de mond van Zabiba, omdat het normaal is dat een echtgenoot jaloers is op de mond van zijn vrouw. Dat is immers een lichaamsdeel waarmee verlangen wordt opgewekt, één van de lokmiddelen, waarmee een man wordt aangetrokken of afgestoten. Een slimme vrouw gebruikt haar mond om te verleiden, om haar invloed te vergroten, en een man in haar valstrikken vast te houden! Moet een vrouw haar zwakke punten niet compenseren, om te voorkomen dat een man, die haar benaderd heeft, haar weer in de steek laat?

Veel mannen kussen een vrouw het liefst op de mond, niet waar? Sommige mannen tonen zo hun onverschilligheid wat betreft seks of hun genegenheid voor hun geliefde. Maar gaat een liefdesverklaring niet vaak vergezeld met een verklaring dat de relatie, die aan het ontstaan is, niets te maken heeft met seks? Dat die liefde in het geheel niet wordt beïnvloed door het wel of niet bestaan van een seksuele relatie?

Sommige mensen zeggen dat, in elk geval….”

 

Daarom is de mond zo belangrijk, en daarom heeft een man het recht jaloers te zijn op de mond van de vrouw van wie hij houdt, op haar glimlach en op de bewegingen van haar lippen.

Dit verklaart waarom onze moeders en onze grootmoeders in aanwezigheid van vreemden hun mond verborgen hielden achter een omslagdoek. Als zij de maaltijd gebruikten in aanwezigheid van mannen, mochten dit uitsluitend mannen uit hun eigen familie zijn.

Wat dit onderwerp betreft maak ik jullie attent op een vers in ons Heilige Boek, dat vrouwen oproept een omslagdoek voor hun gezicht te doen, in het bijzonder voor hun mond…”

            

 

×
SERVICE
Contact
 
Vragen