Fragment
Hoofdstuk I Staande oefeningen
Oefening 1.
Fig. 1 Rechtop staan. Benen langs en tegen elkaar. De voeten wijzen naar buiten. De hielen zijn
tegen elkaar.
Fig. 2 Op een inademing breng je, vanuit je schouders, de armen (niet te ver) zijwaarts van je
lichaam vandaan, terwijl je de handen licht naar binnen krult. Uitademend laat je de armen
en handen weer terugkomen als in figuur 1.
Fig. 3 Inademend weer vanuit de schouders de armen zijwaarts brengen, nu iets verder van het
lichaam af. Handen weer licht krullend, wijzen naar het lichaam. Uitademend gaan de armen
terug naar het lichaam. Ook de handen ontspannen zich in het verlengde van de armen.
Fig.4 Inademend opnieuw, vanuit de schouders armen nog meer zijwaarts brengen. Voel de
vrijheid en de verruiming van de hele borst. Uitademend ontspannen de armen en handen
terugbrengen langs het lichaam.
Fig. 5 Inademend armen omhoog tot schouderhoogte. Handen strekken zich uit, iets omhoog.
De vingers zijn gespreid uit elkaar.Uitademend armen en handen terug. Ontspannen langs
het lichaam.
Voel de oefening even na.
×