Samenvatting
De gedichten in Woordenbrij die de eerste poëziebundel van Marius Zuurpruim vormden, zijn voor deze 2e druk grondig herzien. Naast minder gedichten bevat de bundel tevens minder archaïsch taalgebruik. De gedichten beschrijven diverse facetten van leven, waarbij zij pogen om tot een kleurrijk gedachtepallet en smakelijke sensaties te geraken, met af en toe een noot die maatschappijkritiek niet schuwt. De stijl van debutant Zuurpuim varieert tussen rauw en vrolijk, wordt soms zelfs sentimenteel. Maar als eens een wat zware toon of associatieve opzet is gehanteerd, dan blijven de gedichten met hun verwarrende taal en beelden van bootjes, bolders en platteland het vermogen bezitten te confronteren en beklijven.