Samenvatting
De Leer van de Boeddha laat zich niet opdelen in verscheidenheid. Elke divergentie is slecht begrepen mensenwerk. Elke dualiteit een halsmisdrijf. Daarom richt de Dhammapada zich tot eenieder die—niet sectair—de spirituele oversteek naar de Andere Oever wil aanvatten. Uiteindelijk vormt de Dhammapada de oerbron waaruit deze stroom van wijsheid opborrelt. Indringend stelt de Boeddha, als kundige veerman, de meest penetrante én uitdagende vraag die in dit leven gesteld kan worden: 'Koi paraga ?'—'Vaar je mee naar de Andere Oever ?'. Zo vormen de verzen van de Dhammapada een meditatie op zich. Wijsheid die voorbij woorden en concepten gaat. Ook voorbij tijd en dus voorbij elke gemanipuleerde geschiedkundige duiding en elk maatschappelijk opportunistisch eigenbelang. Dhammapada is ekayana: universele Dhamma. Deze verzen vormen een persoonlijke roadmap naar spirituele ontvoogding. Ze nodigen uit tot bezieling. Ze vragen om inzichtelijke bezinning. Ze smeken om conceptloos begrip. Ze willen geproefd worden. Doorleefd worden. In de verzen van de Dhammapada kan men de woorden van de Boeddha ervaren. Proeven. En in deze experiëntiele modus tot bevrijding en innerlijke rust komen.