Fragment
Johan wijkt geen seconde van zijn zijde. Een beetje bedrukt is hij wel. Hij voelt nu langzaam de spanning op komen en weet niet hij ermee om moet gaan. Hij is nerveus. Wolf merkt het aan hem en probeert hem gerust te stellen. ‘Alles komt goed. Ik ben ook nerveus. Maar ik bel je zo vaak als ik kan en ik schrijf je elke dag en brief.' Johan lacht een beetje als een boer met kiespijn.
Het valt Alex op dat Johan niet van Wolf zijn zijde wijkt. Hij gaat naar de jongens toe, pakt Johan beet en zegt hem dat hij zich niet zo druk hoeft te maken. ‘Wolf gedraagt zich wel in Amsterdam en voor je het weet is hij alweer terug.’ Dan geeft hij hem een kus op zijn wang. Wolf ziet het, trekt zijn schouders op en kijkt vertedert naar zijn vriend en zijn vader. Hij heeft nu door dat zijn vader het weet.
×