Samenvatting
Tijdens een routinevlucht van Parijs naar Schiphol wordt een toestel van de KLM gekaapt. De twee kapers hebben het voorzien op een tas met diamanten aan boord van de Fokker. Zodra de gezagvoerder boven Flevoland de draai naar Schiphol inzet, verlaten de criminelen het toestel door een luik met een parachute. Er wordt groot alarm geslagen, dat ook Arne en Paul Westra opvangen. Wanneer zij bovendien horen dat de vader van hun goede vriend Kees de Waal de gezagvoerder was van het gekaapte toestel, rijden ze snel vanuit 't Gooi naar de plek waar de kapers moeten zijn geland. Dankzij hun hond Wolf kunnen ze de politie helpen, maar van de dieven en de geroofde diamanten ontbreekt elk spoor.