Samenvatting
WIJ MET ONS VIJVEN IN ROME is het heerlijke verhaal verteld door een jong meisje dat in 1892 in Rome aankomt wanneer ze bijna vijf is en dat weer in 1896 vertrekt wanneer ze net negen is. Haar vader is kunstschilder en huurt een atelier met woonruimte voor het gezin in de Villa Strohl-Fern, een immens herenhuis vol andere kunstenaars, gelegen in een weelderig park vlakbij de Villa Borghese en de Kunstacademies – in deze periode nog aan de rand van Rome. Wanneer zijn dochter Dientje met malaria perniciosa ziek wordt moet de schilder kiezen tussen zijn gezin en zijn verlangen naar artistieke vervulling in Italië. Al die tijd registreren Tines oog en hart hoe het is om een jong meisje in een vreemd land en in die tuin tussen kunstenaars te zijn. Het verhaal kreeg in 1928 de 1000 gulden prijs voor het beste boek voor meisjes, met de jury van Anna van Gogh-Kaulbach, Top Naeff en J.P. Zoomers-Vermeer. Gezien het verzamelde artistieke talent in de Villa Strohl-Fern en de bijzondere rol van de Villa in de kunstgeschiedenis is Tines boek ook een opmerkelijk historisch document. Deze bewerking verrijkt het boek met veel historische verbanden die niet in het origineel uit 1928 staan.