Samenvatting
We leven in tijden van crises. Coronacrisis, vluchtelingencrisis, landbouwcrisis, oorlogscrisis, vertrouwenscrisis… Waar gaat het werkelijk om als je dieper doorvraagt bij al deze crises? Gaan zij niet ten diepste om aloude spirituele vraagstukken? Vragen die religie al eeuwenlang stelt zijn nog springlevend. Vragen als: Wie ben ik? Wie zijn wij? Wat is ons verhaal dat ons met elkaar verbindt? Word ik gezien? Is er iets groter dan ik? Wie brengt mij thuis? Het is een vraag van alle tijden. Het joodse volk dat op weg ging naar het beloofde land. Talloze vluchtelingen op weg naar een land van vrijheid. En velen van ons die zich ontheemd voelen. Het verdwijnen van de spirituele basis in onze samenleving van nu heeft dat gevoel van ontheemd zijn versterkt. We zijn als de verloren zoon, dolend en zoekend. We zijn vrijer dan ooit, maar hebben geen narratief meer dat ons met elkaar verbindt. Over zo’n narratief, geworteld in het bijbelse verhaal, gaat dit boek. Over levenswaarden als liefde, vertrouwen en hoop die ons tot mensen maken. Over de rol die macht en autoriteit daarbij spelen. Hoe zit dat precies? Macht en liefde; ze staan al te vaak tegenover elkaar. Maar macht zonder liefde corrumpeert. Er is een andere benadering: Liefde als macht die thuisbrengt.