Samenvatting
Deze publicatie levert de eerste brede en systematische beschrijving van de wetgevingsarchitectuur en het wetgevingsbeleid bij de Omgevingswet. Met een sterk praktijkgerichte benadering bevat de uitgave onmisbare kennis bij het maken van (decentrale) regelgeving. Met de stelselherziening van het omgevingsrecht komt een groot deel van de regels over de fysieke leefomgeving samen in één nieuw samenhangend wettelijk stelsel. Het nieuwe omgevingsrecht wordt geregeld in de Omgevingswet en de daarop gebaseerde uitvoeringsregelgeving en in decentrale regelgeving: het omgevingsplan, de waterschapsverordening en de omgevingsverordening. Wetgevingsarchitectuur van de Omgevingswet vormt de eerste grondige verkenning van het wetgevingsbeleid dat voor het stelsel van de Omgevingswet is ontwikkeld. De auteur beschrijft de architectuur van het stelsel en de achterliggende ontwerpkeuzes. Hoe zijn de rijksregels over de fysieke leefomgeving geordend? Welke wetstechnische ontwerpkeuzes zijn er gemaakt? Waar moet u aan denken als u in het omgevingsplan een nieuw begrip wilt gebruiken? De auteur beschrijft verder de inhoudelijke eisen die gelden voor het opstellen van decentrale regelgeving onder de Omgevingswet, de verhouding tot de Algemene wet bestuursrecht en digitaliseringsaspecten. Mede dankzij de praktische benadering, vol informatieve voorbeelden en tabellen, leent de uitgave zich uitstekend als hulpmiddel bij het opstellen van bepalingen binnen het stelsel van de Omgevingswet en het nadenken over de structuur van die regelgeving. Deze uitgave is onder meer bedoeld voor ambtenaren en andere betrokkenen bij gemeenten, waterschappen, provincies en het Rijk die zich bezighouden met het opstellen van regels binnen het stelsel van de Omgevingswet. Zowel voorafgaand aan als na inwerkingtreding van die wet.