Samenvatting
Als iemand sterft, sterft er ook iets in de nabestaanden. Met het verlies wordt een stuk uit hun eigen identiteit weggescheurd. En dan breekt het gevecht los tussen verstand en gevoel. Nabestaanden beseffen wel dat ze verder moeten, maar willen soms eigenlijk niet verder zonder die ander. Sommigen storten zich op het werk en komen niet aan emotie toe. Anderen bijten zich vast in de pijn en slagen er niet in om hun plaats in het alledaagse leven te hervinden.
Wenen om het verloren ik beschrijft hoe de rouwverwerking verloopt. Niet alleen aan de hand van uiterlijke gedragingen van rouwenden, zoals in veel andere publicaties. Dit boek geeft inzicht in de innerlijke dynamiek van de rouw, in de beleving van verdriet. Arthur Polspoel pleit voor het doorleven van al die verwarrende emoties. Door de pijn, schuldgevoelens en boosheid heen kan de rouwende, in een soms langdurig proces, zijn ingestorte leven weer opbouwen.
De beschrijving van de rouw blijkt zowel voor hulpverleners als voor nabestaanden zeer herkenbaar te zijn.