Fragment
2. Synergie en bewustzijn....
.... ‘Vaak, als ik hier vandaan vertrek,' mompelde de Zoeker, 'heb ik het gevoel, dat zaken me duidelijk geworden zijn. Helaas, naarmate de tijd verstrekt, verdwijnt dat gevoel.’
‘En?’
‘Dan hervind ik me in een maatschappij vol geweld en onrecht en vraag me af of het wel zo zinnig is om hier te blijven komen. Want hoewel u telkens de achtergronden belicht, biedt u geen oplossing voor die problemen!’ Het was er uit voor hij er erg in had en toen hij zich realiseerde wat hij gezegd had viel hij stil.
Meester Negen glimlachte even.
‘Geweld,’ sprak hij dan, ‘is afkomstig van verschillende bronnen. Wie die bronnen niet kent of negeert zal geweld nooit kunnen doen oplossen. Ieder vera¬schuwt geweld als het hèm wordt aange¬daan. Dat is natuurlijk! Het is noodzakelijk zelfs, omdat elke vorm van geweld, die iemand wordt aangedaan, haaks staat op de meest primitieve kracht in het menselijke lichaam: de overlevingsdrang. De drang tot overleven wordt door ieder passief of actief ervaren, want lichamen zijn geprogrammeerd op overleven! Elke bemerkte dreiging voor dat overleven is een potentiële bron voor geweld. Het “ik” volgt dan ook vaak blinde¬lings de weg, waarvan het denkt, dat die het naar een volgend en minder bedreigd ‘nu’ zal brengen. Tijdens het gaan van de weg vindt elk “ik” altijd voldoende rechtvaardigende argumenten om die weg te blijven volgen. En daar ligt een van de conflictbronnen, want gegeven het feit, dat dit de handelswijze van elk “ik” is, zijn confrontaties onvermijdelijk. Als een confrontatie escaleert, bij de ene mens gebeurt dat sneller dan bij de ander, is daar het geweld.’
‘Misschien hebt u daarin gelijk,’ zei de Zoeker, ‘maar veel verder kom ik er niet mee. Het is alsof u een aardbeving beschrijft. Datgene, wat er gezegd wordt klopt dan wel, maar daarmee is er nog geen enkele beheersing van het proces.’
‘Van oudsher sleept de mensheid geweldsexplosies met zich mee. Dit, hoewel er ook sinds de oudheid vanuit religies en ook wettelijke of morele zijde vermanende en bestraffende vingers zijn opgestoken. De remmende werking daarvan is helaas nogal beperkt gebleken. De krachten, die een individu in het ‘nu’ aanzetten tot confrontaties of geweld, blijken altijd groter dan de invloed of inspiratie van meesters of autoriteiten. Ik beschreef het al enkele malen eerder, instinctmatige en emotionele krachten zijn veel heftiger dan dempende mentale constructies. Uitbarstingen van geweld blijven inderdaad op zo’n onvoorstelbare schaal voor komen, dat het lijkt of zij iets noodzakelijks, iets onvermijdelijks in zich hebben. De overlevingsdrift, de wijze waarop de mens zich in de Scheppingsstraal manifesteert en de manier waarop hij met macht om gaat maken het in ons tijdsgewricht ook onvermijdelijk. Op de laatste twee zal ik in komende gesprekken uitvoerig ingaan.’
‘Er is dus geen echte remedie,’ concludeerde de Zoeker
‘Laten we even wachten met die conclusie tot ik de gelegenheid heb gehad mijn statement toe te lichten. Het ontstaan van de hedendaagse maatschappijen berust niet op toeval of willekeur. Het is geschied volgens duidelijke wetmatigheden al zijn die misschien niet alom bekend. De basis wordt gevormd door ‘het individuele vermogen’. Dit is interessant om vast te stellen. Als enkelvoudige Entiteit speelt het individu een verwaarloosbare rol. Maar zijn vermogens kun je beschouwen als bouwstenen! Stenen, waarmee zeer grote, uiterst complexe en hechte structuren kunnen worden geconstrueerd.
Mensen verschillen in vermogens. Deze triviale opmerking laat zich op een zeer groot aantal verschillende dimensies onmiddellijk waarnemen. De een is gespierder dan de ander. Of mooier, beter, slimmer, intelligenter, armer, handiger, sneller, slechter, beweeglijker, verleidelijker, gehaaider, naïever, betrouwbaarder, gevoeliger, spiritueler, muzikaler, sterker of wat dan ook. Op zeer veel verschillende aspecten verschillen mensen en zijn er ‘de beteren’ en ‘de minderen’, nietwaar?’
De Zoeker deed geen moeite om te reageren, het gestelde was inderdaad triviaal.
‘Tijdens hun ontwikkeling hebben de menselijke samenlevingsverbanden de energetische wetten noodzakelijkerwijs gevolgd. De meest bepa¬lende van de energetische wetmatigheden is de ‘weg der minste weerstand’ geweest. Die wet heeft de mensheid altijd aangezet tot het uitdenken van de meest efficiënte handeling binnen het ‘hier en nu’. Deze wet heeft een directe en dominante relatie met de wijze, waarop er in samenlevingen werd en wordt omgegaan met de te constateren verschillen in individuele vermogens. Teruggebracht tot een zeer elementaire vorm is daaruit in samenlevingen een nieuwe wetmatigheid ontstaan, die ik als volgt wil beschrijven: Wie ergens beter in is, heeft voordeel!
De beteren zijn wat dat betreft de gelukkigen. Zij hebben een voordeel en dat voordeel kunnen ze uitbuiten! Dit gegeven is iets, waaraan de anderen niet schouderophalend voorbij kunnen gaan! Wie in een bepaalde setting onvoldoende vermo¬gens heeft om de situatie naar zijn hand te kunnen zetten is onherroepelijk de mindere!’
De Zoeker knikte voor zich uit. Zo werkte het.
‘Is er een alternatief?’ vroeg hij zonder veel verwachtingen.
‘We zoeken naar de oorzaken van geweld,’ sprak Meester Negen. ‘In een aantal situaties is het zonder meer bedreigend om de mindere te zijn. Een “ik”, dat zich bedreigd voelt, terecht of niet, reageert daar op. Ook met geweld, als het daartoe in staat is. En overigens, meestal wordt bij het woord geweld gedacht aan fysiek geweld, maar er zijn daarnaast tal van gedragingen, die in dit verband teveel worden veronachtzaamd. Ik denk daarbij aan subtiele mentale gedragingen als pesten, jennen, ‘zuigen’, treiteren, minachten, verachten en dergelijke.
De Zoeker dacht even na.
‘Ik begrijp dat u dit zo aanhaalt,’ zei hij dan, ‘maar ik doelde inderdaad meer op het fysieke geweld.’ ...
×