Fragment
Goedemorgen! Ik kijk naar m’n linkerhand. Beweeg m’n vingers. Apart! Prrt, van pink naar duim, van duim naar pink. Om de beurt raak ik met m’n vingers m’n duim aan, net als bij de neuroloog. Ik doe m’n hand open. Wow: open! Ik kan m’n hand een beetje overstrekken! Gisterenochtend kon die niet eens helemaal open! Wow. Mijn vrouw doet haar ogen open. Zonder iets te zeggen, maar met een brede grijns op m’n gezicht demonstreer ik wat ik net beschreef. Wij kijken elkaar aan. Blij. Begrijpend. Zie je wel? Het werkt. Dit is toch niet normaal? Wat een verschil!
Als ik opsta voel ik nog beter dan gisteren dat er iets is veranderd. Ik ben stabieler. M’n hoofd is frisser, is voel meer ‘wind’ langs m’n slapen waaien. Ik loop steviger door de gang van het hotel, opnieuw richting restaurant. Deze keer voor het ontbijt. Ik heb trek! Blij. Giechelig. Het is onwerkelijk. Het is alsof we iets stiekems doen, iets ‘illegaals’. Ouderwets spannend. En we doen het samen!
Twee dagen later, op zondag, schrijf ik op het CCSVI forum hoe het met me is gegaan. Hoe de operatie ging en wat het op dat moment heeft opgeleverd.
Ook naar mijn collega’s op het werk stuur ik een mail; ik hou ze graag op de hoogte van de acties die ik onderneem om weer terug te kunnen komen. Ik noteer dat ik minder moe ben, rechter en steviger loop, kan stilstaan zonder direct moe te worden. Dat ik niet overal waar ik kom meteen ga zoeken naar plekken om te kunnen zitten. Dat m’n klapvoet bijna weg is. Dat ik met een glas water door de kamer kan lopen zonder een spoor achter te laten vanaf de keuken. Dat ik meer kracht heb in m’n linkerhand en weer voorzichtig met de vork uit de voeten kan. Dat m’n oogopslag beter is, dat ik weer vrolijk ben!
Een hele waslijst meteen al. Vlak na de ingreep. Onbegrijpelijk.
Later lees ik steeds meer verhalen van mensen die zich ook laten behandelen. Niet bij iedereen zijn de resultaten zo direct en zo zichtbaar als bij mij. Ik heb gelezen dat eerderde dit soort spectaculaire verbetering heeft, een derde wel enige verbeteringen ondervindt en een derde niks merkt.
Ik meen dat het van dr. Sclafani af komt (Thisisms.com) en het is natuurlijk nattevingerwerk; zoveel mensen zijn er nou ook weer niet behandeld en gevolgd. Maar het geeft toch aan dat het bij iedereen anders werkt. En dat je niet moet rekenen op een klein wondertje.
Wat ook onbegrijpelijk is, en nog niet echt verklaard, is dat een ziekte als MS, waarbij zenuwen toch stuk zijn, door zo’n behandeling zo’n snelle effecten kan laten zien. Er is nog veel uit te zoeken. Is het (deels) een placebo effect? Komt het door iets anders? Speelt de contrastvloeistof een rol. De puzzel is nog niet gelegd. We hebben niet eens alle stukjes.
×