Samenvatting
Sinds Ingmar een nieuw leven is begonnen als buschauffeur en inwonend opzichter van een observatorium in Waterland is hij eindelijk gelukkig. Dat verandert als een vriend hem belt met de vraag of hij naar een mysterieus cassettebandje komt luisteren. De muziek die Ingmar hoort laat hem niet meer los: de stem van zangeres K. blijft voortdurend rondzingen in zijn gedachten en maakt zijn leven richtingloos. Tijdens zijn werk kan hij niet langer rustig naar de polders kijken, en door de telescoop in het observatorium ziet hij eigenlijk niets meer. De enige manier om zijn kalme blik op de wereld terug te krijgen, besluit hij, is om de zangeres te vinden en gehoor te geven aan zijn verlangen. Wat volgt is een zoektocht door Waterland en door verborgen straten en ruimtes in Amsterdam, bijgestaan door de norse Astronoom, een Hongkongse polderbokser en een groep stuurse muzikanten. Het is hun vreemde muziek die alles vloeibaar maakt. In Waterland laat Pieter Kranenborg de lezer kennismaken met een wereld waarin hij beheerst en precies gestalte geeft aan Ingmars zoektocht naar betekenis.