Samenvatting
Durven wij de fouten van onze voorouders onder ogen te zien? Zijn wij bereid om verantwoordelijkheid te nemen voor wat er in naam van ons volk overzee gebeurde? Kunnen wij het verleden verwerken tot een positief ideaal van ‘dat nooit weer’? Deze vragen houden Susan Neiman bezig in dit boek. Zij groeide op in Atlanta, Georgia toen daar nog een strikte rassenscheiding gold en woont tegenwoordig in Berlijn. Daar raakte zij gefascineerd door de grondige manier waarop men in Duitsland in het reine probeert te komen met een ‘onmogelijk verleden’. Zij besloot dat te vergelijken met de situatie in Verenigde Staten, waar de tegenstellingen alsmaar groter lijken te worden. Uit de vele gesprekken die Neiman voerde in Duitsland en de Verenigde Staten wordt duidelijk dat ons verleden deel uitmaakt van wie wij zijn. Ook blijkt steeds opnieuw hoe ingewikkeld en confronterend het is om als natie naar je eigen geschiedenis te kijken. Uit angst voor schaamte en pijn zijn we geneigd om de nadruk te leggen op de goede gebeurtenissen en de kade te vergeten. Maar daarmee schuiven we de problemen volgens Neiman alleen maar voor ons uit: ‘Wanneer het verleden doorettert, breekt het vroeg of laat door naar de oppervlakte om een open wond te worden.’