Samenvatting
Veel gelovigen hebben momenteel moeite met traditionele kerkelijke dogma's. Hoe moeten we die begrijpen, vanuit ons moderne wereld- en mensbeeld? Ook worden veel vragen gesteld bij traditionele godsbeelden. Is God wel een persoon? Heeft de schepping een doel? Waar moeten we een hemel denken? Bestaan wonderen wel echt? Waarom laat God zoveel kwaad, ellende en lijden toe? Weet hij wel alles? En vooral: Kan hij wel alles? Dit boek onderzoekt deze vragen en bespreekt - zonder theologisch jargon - op heldere wijze een aantal moderne antwoorden. Daarbij wordt duidelijk dat er vanwege een sterk veranderde culturele context er ruimte moet komen voor een update van een aantal traditionele godsbeelden. Op grond van de huidige inzichten in interpretatieprocessen die bij overdracht van geloofservaringen en geloofskennis een rol spelen, wordt gepleit voor een hernieuwde dialoog met de orthodoxie. Immers, menselijke interpretatieprocessen kunnen nooit volle zekerheid en waarheid bieden over het goddelijke, en ook godsbeelden, meestal metaforisch van aard, laten enige ruimte voor andere formuleringen.