Samenvatting
Wat maakt ons tot mens? Vaak beantwoorden filosofen die vraag door te zeggen dat mensen rationeel zijn, in tegenstelling tot dieren. We kunnen nadenken over onszelf en de wereld, en we hebben creativiteit. Maar tegenwoordig zijn computers rationeler dan wij, scheppen ze kunst en vellen ze morele oordelen. Zijn computers dan mensen? Volgens de wetenschap verschillen we dan weer niet van dieren en bestaat ons bewustzijn uit niets meer dan elektrische signalen in ons brein. In deze standpunten wordt de mens van buitenaf beschreven. Ze reduceren de mens tot ons gedrag en ons functioneren en dan blijkt dat we inderdaad niets bijzonders zijn. Maar strookt dat wel met hoe wij onszelf begrijpen? Iets wat computers en dieren niet hebben, maar de mens wel, is de subjectieve ervaring van ons
lichaam in de wereld en het vermogen om daarop te reflecteren. Maar ook deze ervaring is tegenwoordig te modificeren: via gehoorimplantaten, oogzenuwoperaties en virtual reality kunnen wij onze persoonlijke waarneming voortdurend transformeren. Is er dan eigenlijk wel een onveranderlijke essentie van de menselijke ervaring? Een onbetwistbaar antwoord op de vraag wat ons tot mens maakt bestaat waarschijnlijk niet, maar juist in een tijd waarin we worden geconfronteerd met de impact van ons bestaan op de wereld, is het van wezenlijk belang om haar te blijven stellen. Dit boek onderzoekt de aard van de mens vanuit de overlappende perspectieven van filosofie, techniek en wetenschap. Kirsten Poortier [jaar] is docent filosofie en kunst en was mederedacteur van het handboek Filosofie op school (2021). Erik Myin is hoogleraar filosofie aan de Universiteit Antwerpen en schrijft over waarneming, cognitie en bewustzijn. Peter-Paul Verbeek (1970) is hoogleraar filosofie en ethiek van wetenschap en techniek, en tevens rector magnificus aan de Universiteit van Amsterdam. Hij publiceerde onder andere Op de vleugels van Icarus (2013) en De Grens van de Mens (2011).