Samenvatting
De brief van Jakobus is een van de algemene zendingsbrieven in het Nieuwe Testament. Jakobus richt zich tot christenen van Joodse oorsprong die de leer wel kennen, maar hulp in het alledaagse leven nodig hebben. Het Bijbelboek is overwegend praktisch georiënteerd (‘Geloof zonder werken is dood’) en bevat een aantal sociaal-ethische voorschriften en aanwijzingen. Een mooie aanleiding voor Kees Goedhart om er twaalf studies over te schrijven onder de titel ‘Wat doen we met ons geloof?’ ‘Gebruik je verstand! Als je gelooft, maar geen goede dingen doet, dan is je geloof zinloos. Luister! Onze voorvader Abraham deed wat God van hem vroeg. Hij stond klaar om zijn zoon Isaak te offeren. En daarom zag God hem als een goed mens.’ (Jakobus 2:20-21) De studies zijn geschikt om te gebruiken voor zelfstudie, huiskringen en gemeenten. De thema’s zetten aan tot nadenken en onderling gesprek.
“Gebruik je verstand! Als je gelooft, maar geen goede dingen doet, dan is je geloof zinloos. Luister! Onze voorvader Abraham deed wat God van hem vroeg. Hij stond klaar om zijn zoon Isaak te offeren. En daarom zag God hem als een goed mens. Abraham geloofde in God, en tegelijk deed hij ook wat God van hem vroeg. Zo werd Abrahams geloof volmaakt. Toen gebeurde er wat in de heilige boeken staat: «Abraham geloofde in God, en daarom zag God hem als een goed mens.» Ja, God noemde Abraham zelfs zijn vriend. Jullie begrijpen dus dat je niet alleen maar moet geloven. Je moet ook doen wat God van je vraagt. Alleen dan ziet God je als een goed mens. Ook de hoer Rachab deed wat God wilde. Zij liet de spionnen binnen in haar huis, en liet hen later langs een andere weg weer vertrekken. Door wat zij deed, zag God haar als een goed mens. Als je gelooft, maar geen goede dingen doet, dan is je geloof waardeloos. Het is dan net zo dood als een mens die niet meer ademt.”