Samenvatting
‘Wie zich Nederlander wil voelen moet naar Groningen gaan.’ Dat concludeerde de schrijver Alfred Kossmann toen hij in 1965 een rondreis maakte door Nederland. Wadapatja gaat over het eigene van Groningen. Over zaken die Nederlanders in Groningen zich Nederlands laten voelen. Of die Groningers zich juist ervan bewust maken dát ze Groningers zijn. De 101 gebundelde artikelen over ‘typisch Gronings’ roepen een gevoel van milde verbazing, of ze zijn juist een warm bad van herkenning – afhankelijk van waar u als lezer vandaan of weg komt. Ook Groningers zullen regelmatig denken ‘wat apart ja’ (uit te spreken als ‘wadapatja’). De rijk geïllustreerde hoofdstukken geven voortreffelijk inzicht in hoe (regionale) cultuur functioneert, hoe ze zich ontwikkelt en telkens weer vernieuwt. Ze worden voorafgegaan door een inleiding over immaterieel erfgoed en regionale identiteit. Van knipselbonen tot krentjebrij, van Groninger dracht tot de academische toga en van blaarkop tot het babyhokje. Dat allemaal van ‘Lauwerszee tot Dollard tou, van Drenthe aan ’t Wad.’ Wadapatja is voor iedereen die zich interesseert voor immaterieel erfgoed, maar vooral voor Groningers is het boek een aanrader. Er staat een hele bult in, de teksten zijn lekker bondig en de prijs is ja bijna vergeefs.
‘Wie zich Nederlander wil voelen moet naar Groningen gaan.’ Dat concludeerde de schrijver Alfred Kossmann toen hij in 1965 een rondreis maakte door Nederland. Wadapatja gaat over het eigene van Groningen. Over zaken die Nederlanders in Groningen zich Nederlands laten voelen. Of die Groningers zich juist ervan bewust maken dát ze Groningers zijn. De 101 gebundelde artikelen over ‘typisch Gronings’ roepen een gevoel van milde verbazing, of ze zijn juist een warm bad van herkenning – afhankelijk van waar u als lezer vandaan of weg komt. Ook Groningers zullen regelmatig denken ‘wat apart ja’ (uit te spreken als ‘wadapatja’). De rijk geïllustreerde hoofdstukken geven voortreffelijk inzicht in hoe (regionale) cultuur functioneert, hoe ze zich ontwikkelt en telkens weer vernieuwt. Ze worden voorafgegaan door een inleiding over immaterieel erfgoed en regionale identiteit. Van knipselbonen tot krentjebrij, van Groninger dracht tot de academische toga en van blaarkop tot het babyhokje. Dat allemaal van ‘Lauwerszee tot Dollard tou, van Drenthe aan ’t Wad.’ Wadapatja is voor iedereen die zich interesseert voor immaterieel erfgoed, maar vooral voor Groningers is het boek een aanrader. Er staat een hele bult in, de teksten zijn lekker bondig en de prijs is ja bijna vergeefs.