Samenvatting
Waarom ben ik (vraagt de schrijver) een christen? Strikt genomen niet omdat ik daarvoor gekozen heb, maar omdat ik gekozen ben. God heeft zich in Christus al heel vroeg in mijn leven geopenbaard. Dat is maar geen gevoelskwestie. Ik heb talloze verstandelijke en verstandige argumenten waarom het onnoemelijk veel beter is om christen te zijn dan moslim, hindoe of boeddhist. Maar puur verstandelijke argumenten kunnen hier nooit de doorslag geven. Religie is een zaak van het hart, van het diepste innerlijk van de mens. Christen-zijn betekent dat het hart van een mens letterlijk in beslag genomen is door Christus en door het Woord van God. Daarmee zijn die verstandelijke argumenten overigens niet minder waard geworden. Een christen die niet kan ‘beredeneren’ waarom hij christen is, staat er zwak voor. Maar ook het verstand ‘wortelt’ in het menselijk hart. Geloof is een ‘existentiële’ zaak. Dat is een feit dat in de aard van de mens ingeschapen is door God zelf. De mens is ‘aangelegd’ op God, ook al is de zonde daar helaas tussengekomen. Maar God zelf strekt in Christus zijn hand naar de mens uit om hem uit de macht van zonde, dood en Satan te bevrijden.