Samenvatting
Suzanne Grotenhuis is theatermaker en -actrice bij De Nwe Tijd. Dit is haar eerste roman, maar het boek is allesbehalve een typisch debuut. Geschreven op een smartphone en zonder leestekens voelt de tekst als een monoloog/vertelling. Grotenhuis neemt ons mee naar de eerste maanden na de geboorte van haar zoon, waarin ze elke dag door het park wandelt, omdat hij anders niet kan slapen. Kilometers lang wandelt ze en schrijft ze, terwijl de wereld om haar heen gewoon verder draait. Grotenhuis beschrijft deze maanden als een van de eenzaamste die ze al heeft meegemaakt. Maar volgens de psycholoog, pediater, vrienden en familie valt dat allemaal reuze mee. Want alles komt altijd goed, je moet gewoon even doorzetten, goed voor jezelf zorgen en loslaten. Fuck loslaten. Fuck voor jezelf zorgen. Het is namelijk hoog tijd dat iemand anders dat doet. Zorgen.
Al wandelend ontmoet Suzanne meneer Bergmans, een bijna honderdjarige man met evenveel cactussen. Hij en andere passanten in het verhaal bewijzen dat verbinden met anderen het kostbaarst is.
Dit boek leest razend vlot, alsof je met de auteur meewandelt. Het is eerlijk, kritisch en hilarisch. Een pleidooi om minder aan zelfzorg te doen, en meer rondom ons te kijken.