Samenvatting
‘Het rook er muf en bedompt. Ik hapte naar adem en gleed op mijn buik over de vensterbank van het slaapkamerraam naar binnen, op de grond. Daar keek ik recht in de ogen van de vriendelijke 75-jarige bewoonster: "Hé jongen, ben je daar eindelijk." ‘Waar blééf je nou,’ vertelt de belevenissen van een Friese diender tussen 1979 en 1993. Waar agenten vandaag de dag een snelle Mercedes rijden, reden Koopmans en zijn collega's in een Fiat 127. Ieder dorp of iedere stad had zalencentra en cafés en de sociale controle was hoog. Een tijd waarin je als agent - soms alleen - een kroeg kwam sluiten. Deze eigenzinnige politieman, die met mensen te doen had, schetst met zijn memoires een prachtig beeld van de samenleving in die tijd.