Samenvatting
Een man alleen. Echt alleen, apatisch, bijna dood van binnen, al is hij nog niet zo oud. Tot zijn eigen grote verrassing spreekt hij een vrouw aan voor een restaurant. Zij is ook alleen, maar zij worstelt nog. Er zit nog leven in. Wie is hij? Wie is zij? Welk verleden heeft hem zo gemaakt? En haar? Als bange slakken draaien ze om elkaar heen, bij elk teken van onraad in hun huisje schietend. Komen ze uit hun schulp? Hoe een buitenechtelijk kind vanuit een hemel van pure zaligheid in een afgrond van schande en vernedering kan vallen. Niet één keer, maar twee keer. Twee opeenvolgende klappen zijn teveel voor een vaderloze puber om te verwerken. Het duurt veertig jaar voordat hij weer naar een vrouw durft te kijken.