Samenvatting
Broos II De regen verblind mij Toch moet ik door Naar daar waar altijd koffie en koek was Ik kom aan en zie Een gevallen engel Oud en broos Ik zie de pijn verbeten worden ‘’Je weet waar de koffiepot staat'' De woorden gaan half langs me heen De dagen erna verstrijken De nachten duren lang Dan na de belangrijkste bijzaak van het leven Gemiste oproep Paniek in mijn hoofd Dit keer niet Niet weer In de auto Niets zeggend Gaat niet snel genoeg Daarna op de fiets Een van doping doordrenkte wielrenner Was nog nooit zo snel Wind tegen Toch de wind deert mij niets De angst en paniek zijn mijn doping Ik kom weer binnen ‘’Joepie?’’ Mijn lippen raken de broze huid Het einde is nabij De eerste nacht brak aan Hij duurde lang Nog nooit duurde een nacht zo lang De volgende dag raken mijn lippen Weer de broze huid Geen reactie De tweede nacht op de bank Ik voel de pijn mee Nog maar een keer die knop denk ik Strompelend door de kamer terug naar de bank Nog nooit duurde een nacht zo lang