Fragment
In de bieb van ein ald kloeëster, wao miene hièroom abt waas, móch ik ens róndkièke. Ik waas geïnteresseerd in alde met de hand geschreven beuk. Taege de more in de laeszaal, dae gelièk as bibliotheek gebroèk woort, stónde de beuk netjes op schape beejein gezatte. Ze ware netjes gesorteerd en genummerd. Mien aandach ging oèt nao de aldste beuk. Ik woel gaer zeen wie die met de hand geschreve ware en wie die met prachtige letters en teikeninge versierd ware.
Hièroom wees mich ’t schaap aan wao die beuk stónde. Ik meus waal handschoon aantrekke, umdet de beuk zièr tièr zien en beschermp meuste waere taege vet en vóch aan hand en vingers.
Met miene vinger leep ik ’t rièke beuk aaf. Aan de stuflaog te zeen ware ze al lang neet mièr gebroèk. Beej éin book stopde ik. Op de rök van det book stónd met vergölde letters in ’t Letien “SILVISMAN CDLVII”.
-------------------------------------------------
In de bibliotheek van een oud klooster, waar mijn heeroom abt was, mocht ik eens rondsnuffelen. Ik was geïnteresseerd in oude met de hand geschreven boeken. Tegen de muren van de leeszaal, die tevens als bibliotheek in gebruik was, stonden alle boeken netjes op schappen bijelkaar gezet. Ze waren keurig gesorteerd en genummerd. Mijn aandacht ging uit naar de oudste boeken. Ik wilde graag zien hoe die met de hand geschreven waren en hoe die met prachtige letters en tekeningen versierd waren.
Heerom wees mij het schap aan waar die boeken stonden. Ik moest wel handschoenen aandoen, omdat de boeken erg teer zijn en berschermd moesten worden tegen vet en vocht aan handen en vingers.
Met mijn vinger liep ik het rijtje oude boeken af. Aan de stoflaag te zien waren ze al lang niet meer gebruikt. Bij één boek stopte ik. Op de rug van het boek stond met vergulde letters in het Latijn “SILVISMAN CDLVII”.
×