niet beschikbaar
Uit de 'Afsluiting', een deel van de conclusie:
"Johan geloofde niet in van boven opgelegde maatregelen, maar zag veel heil in het delegeren van verantwoordelijkheden. Van mensen met invloedrijke posities in de maatschappij verwachtte hij vooral, dat zij het goede voorbeeld zouden geven. Zijn actoren waren, van kleiner naar groter niveau denkend, boeren die concreet meewerkten aan hervormingen, heren die hun heerlijkheid tot bloei brachten, en provincies en landen die trots waren op hun cultuur en die met hun prestaties andere provincies in het rijk uitdaagden. Uiteindelijk zou dit hebben moeten leiden tot een federatie van Länder onder bestuur van gouverneurs en standenvergaderingen en dit alles onder het toeziend oog van de keizer in Wenen. Voor zijn ideeën putte Johan uit de bron van de geschriften van Johannes von Müller en uit het gedachtengoed van zijn vader, keizer Leopold II. Maar hierin was hij vooral praktisch: Johan was een doener, geen denker. Hij gebruikte wat hem van pas kwam, maar altijd handelend vanuit dezelfde persoonlijke overtuigingen. De kern van Johans denken en handelen was het vertrouwen in de ambitie van de mens, dat doorklinkt in het bekende citaat: ‘denn in jedem Menschen liegt doch immer ein Funken Eigenliebe und Ehrgeiz, der ihn immer besser als andern zu seyn zu wollen führt.’ "
×