Fragment
‘Maak je maar geen zorgen, Bea.’ Ik probeer zonder veel succes een glimlach op mijn gezicht te duwen.
‘Je zus?’
‘Susie.’ Achter het raam hopt een klein vogeltje van de stenen muur naar wat onkruid tussen de tegels. Het trekt voorzichtig aan het plantje. Bea duwt zich van de ezel af. Het plotselinge gebaar laat de vogel schrikken. Het springt achteruit en kijkt even verstijfd naar ons. Dan vliegt het weg.
‘Het is niet makkelijk, de hele situatie.’
Ik kauw langzaam op mijn onderlip. Bea had me geschrokken aangekeken toen ik tijdens het klaarzetten van de hobbytafel vertelde hoe boos ik was op Pau en dat ik haar misschien wel wilde aangeven. Tijdens de uren op school had ik opgezocht dat ik daarvoor Veilig Thuis kan bellen. Nadat Bea me aangehoord had, zei ze de rest van het knutseluur niks meer. Af en toe keek ik naar haar tijdens het werken en zag ik een traan glinsteren in haar ooghoek, terwijl ze met steeds een andere kwast langzaam strepen verf op haar schilderwerk zette. Een andere vogel landt op dezelfde plek als de vorige. Lang zie ik het dier niet. Mijn zicht vervaagt.
‘Ik weet dat het misschien wel heftig is, Bea, als ik haar aangeef, maar ze verdient het gewoon. Ze verdient het dat alles
in háár leven eens misgaat. Dat ze merkt wat er gebeurt als ik niet stilletjes al haar rotzooi opruim.’ Mijn stem slaat over en
maakt trillend een eind aan de zin voor ik alles gezegd heb.
‘Zíj verdient het misschien wel.’ Met trillende handen legt Bea de kwast, voorzichtig om de haren niet te kwetsen en
met de eerbied van een klein kind, op het plankje van de ezel. ‘Maar Susie niet.’ Haar ogen wanhopen. ‘Als je Pauline aangeeft,
teken je ook Susies toekomst.’ Een triestheid zet zich vast in de rimpels van haar gezicht. Ze ademt in, lijkt een besluit te
nemen.
‘Ik wil je iets vertellen, Amy. Over mijn keuze. Over wat Jimmy niet verdiende, maar dan moet ik je eerst vertellen over zijn zusje.’
×