Samenvatting
In Volgend jaar in Teheran verweeft Marja Vuijsje reisverslag, geschiedschrijving en persoonlijke bespiegeling. Al jaren reist ze naar Iran, waar ze gefascineerd raakt door de dertiende-eeuwse dichter Saadi. Haar Iraanse vrienden citeren graag zijn beroemde gedicht ‘Bani adam’, dat ons wijst op de eenheid van alle mensen. Hun kinderen halen soms cynisch de schouders op bij het gemoraliseer van de oude dichter. Reizend door het mooie en complexe land is het bewogen verleden van Vuijsjes familie, dat we kennen uit het alom geprezen Ons kamp, nooit ver weg. Invoelend, met milde zelfspot en precisie verweeft ze grote en kleine levenslijnen die in botsing komen, langs elkaar heen scheren of elkaar raken: de jongere en oudere generaties, Iran en Israël, islam en jodendom, identiteitsmythen, en de geschiedenis, die altijd aanwezig is in het heden.