Fragment
Hoe ervaar ik dat?
Martin (29 jaar) staat verstopt achter een plant in de gang. Hij ziet iemand binnenkomen die hij niet kent. De nieuwe begeleider Joris ziet Martin achter een plant staan. Martin maakt kleine stapjes vanachter de plant en buigt zijn hoofd om naar hem te kijken. Joris schat in dat Martin vanuit een veilige afstand wil verkennen wie hij is en dat Martin nieuwsgierig naar hem is. Ook schat Joris in dat het voor Martin niet veilig voelt als hij nu op Martin afstapt.
‘Mogelijk dat Martin het wel fijn vindt,’ denkt Joris ‘als ik me even van een afstand laat zien.’ Joris schat in dat hij zich naar Martin kan toe keren, duidelijk kan maken dat hij hem gezien heeft en zichzelf van een afstandje kan voorstellen. Joris steekt zijn hand op en ook Martin steekt met een langzame beweging zijn hand omhoog en zwaait. Dan doet Martin voorzichtig een stap achter de plant vandaan.
Joris heeft het goed ingeschat. Het eerste contact is gelegd. Joris beseft dat dit een goede basis is om voorzichtig verder contact te maken. Hij observeert Martin en probeert een inschatting te maken van een volgende stap.
Aan de slag!
We zeiden het al eerder: je maakt gedurende de hele dag inschattingen van anderen. Probeer eens op een aantal van deze inschattingsmomenten te reflecteren. Waar let jij op? Ben jij iemand die vooral op lichaamstaal let?
En kijk dan naar de inhoud van je inschatting. Juist de kleinste momenten kunnen je veel inzicht geven. Je partner gooit de sleutels bij binnenkomst op het kastje en ploft op de bank. Wat is jouw inschatting van wat hij op dat moment nodig heeft? En waar heb je dat op gebaseerd? Je kunt zowel kijken naar voorbeelden op je werk als in je eigen privé-situatie. Maar juist ook voorbeelden van mensen die je minder goed kent, kunnen je veel inzicht geven over hoe jij je inschattingen maakt.
Doe dit zonder oordeel naar jezelf toe. Het gaat er niet om of je het goed of fout doet. Probeer het vooral herkenbaar te maken voor jezelf. Neem hierbij wel goed de observatiestap mee. Merk je dat als je ‘kleiner’ observeert en op een andere manier waarneemt, je inschatting een andere inhoud krijgt?
Onderzoek ook waar je inschatting op is gebaseerd. Op je eigen golf, op die van de ander of op allebei? Denk aan het eerder genoemde voorbeeld van het ‘drankje aanbieden’.
In de stappen hierna ga je checken wat jouw inschatting met de ander doet. Dat is voor deze oefening nog niet van belang.
×