Samenvatting
Zo lang er in Nederland tegels zijn vervaardigd, behoren vogels tot het repertoire van de tegelschilder. Vogeltegels, met name die uit de zeventiende eeuw, vormen geliefde verzamelobjecten. In de achttiende eeuw werden maar weinig vogeltegels geproduceerd, maar met de negentiende-eeuwse belangstelling voor alles wat Oudhollands was, kwamen de zeventiende-eeuwse vogeldecors opnieuw in productie. In deze publicatie wordt vooral aandacht besteed aan vogeltegels uit de twintigste eeuw uit Makkum, Harlingen en Utrecht. De series konden worden gereconstrueerd dankzij bewaard gebleven sponsen. Aan de beschrijving van een aantal twintigste-eeuwse tegeltableaus met vogels gaat een selectie vooraf van tegeltableaus uit de zeventiende en achttiende eeuw. Een aparte paragraaf is gewijd aan de kanariekooitableaus; tableaus met dit onderwerp grepen terug op achttiende-eeuwse voorbeelden. Jan Pluis (1937) bestudeert al ruim vijftig jaar de Nederlandse wandtegel en heeft diverse gezaghebbende publicaties op zijn naam staan. Zijn De Nederlandse tegel: decors en benamingen (2012) is een veelgeprezen standaardwerk op dit gebied.